Inhoudsopgave
Advertenties
Configuratie
4.
Druk op de toets ENTER om de instelling te bevestigen.
15.1.9.2.1
Het invoeren van de slotparameters en testen van het bussysteem
Er zijn 2 opties:
•
Controle van de slotparameters door een gewenst slot uit de slotlijst te selecteren
•
Uitvoeren van een bussysteemtest van het kluisslotsysteem
Elk tellergetal boven de 040 is een goede uitslag voor een bussysteemtest.
Er is een verbinding met het geteste apparaat.
Als het tellergetal tussen de 000 en 040 ligt, wordt het aangeraden om de bedrading te con-
troleren.
De Device Manager van het masterslot geeft het aantal aangesloten apparaten van het kluis-
slotsysteem weer.
De Device Manager van de slavesloten geeft het nummer 002 weer (het betreffende slaveslot
en invoereenheid).
Autorisatie: Mastercode
1.
Selecteer het submenu DEVICE.
2.
Druk op de toets ENTER.
ð De Device Manager geeft het aantal aangesloten apparaten van het kluisslotsysteem
3.
Druk op de pijltjestoets RECHTS om het gewenste apparaat te selecteren.
ð Het geselecteerde apparaat wordt weergegeven.
4.
Druk op de toets ENTER.
ð Het type kluisslot en het versienummer worden weergegeven.
5. Druk op de pijltjestoets Rechts.
ð De laatste 8 cijfers van het serienummer van het geselecteerde slot worden weerge-
6. Druk op de pijltjestoets Rechts.
ð Het aangepaste 5-cijferige nummer wordt weergegeven. Standaard zijn dit de laatste
7.
Druk op de pijltjestoets Rechts.
100
Elektronisch kluisslot
weer.
geven.
5 cijfers van het serienummer.
Technisch handboek
V28 - 08/2019
Advertenties
Inhoudsopgave
