Het beeld regelen
De spoorvolging regelen
Hoewel de videorecorder de spoorvolging automatisch regelt tijdens de
weergave (de
indicator knippert in het uitleesvenster en dooft
vervolgens), kan er toch vervorming optreden wanneer de opname in
slechte omstandigheden gebeurde. In dat geval kunt u de spoorvolging
handmatig regelen.
Druk tijdens de weergave op TRACKING +/–
om de spoorvolgingsmeter te laten verschijnen.
De vervorming moet verdwijnen bij een druk op
één van beide toetsen (de
indicator licht op).
Werp de cassette uit en breng ze weer in om
terug te keren naar automatische regeling.
TRACKING
Spoorvolgingsmeter
Betreffende de Reality Regenerator (RR) functie
De Reality Regenerator (RR) (kwaliteitsherstel) functie herstelt automatisch
de originele beeldkwaliteit tijdens weergave.
Druk op REALITY REGENERATOR
om deze functie te gebruiken.
De REALITY REGENERATOR toets
licht op. U kunt RR instellen op
NORMAL of HOOG via het
REALITY REGENERATOR
OPTIES-2 menu (zie pagina 78).
Druk op REALITY REGENERATOR om de functie aan of uit te schakelen.
De REALITY REGENERATOR toets dooft.
74
Bijkomende handelingen