Draad verwisselen
Dit is een eenvoudige manier om draden te verwisselen:
1. Knip de draad die in gebruik is dichtbij het klosje af, achter
de geleiders op de uitschuifbare garenstandaard.
2. Verwijder het garenklosje en plaats het nieuwe klosje op de
garenpen.
3. Knoop het begin van de nieuwe draad aan het einde van
de oude draad. Knip de uiteinden van de draden af op
ongeveer 2-3 cm en trek aan beide draden om te controleren
of de knoop goed vastzit.
4. Breng de naaivoet omhoog.
5. Kijk eerst goed hoe de draadspanningsknoppen zijn
ingesteld en draai de spanningsknoppen dan op "0".
6. Trek de draden één voor één door de machine totdat de
knopen voor de naald zitten. Als de draden niet makkelijk
door de machine lopen, kijk dan of ze niet in de war
zitten op de draadgeleiders of op de grijpers onder de
garenstandaard.
7. Knip de draad door achter de knoop en rijg de naald in.
8. Zet de spanningsknoppen weer in de vorige stand.
Let op: Bij het gebruik van standaard garenklossen, dient u
het garenafrolschijfje volgens de afbeelding te plaatsen om
voorkomen dat het garen de rand van de klos raakt.
Begin te naaien
1. Wanneer de machine helemaal is ingeregen, sluit u de
voorklep en brengt u alle draden over de steekplaat en iets
aan de linkerkant onder de naaivoet.
2. Controleer of het bovenste mes goed tegen het onderste mes
komt door het handwiel langzaam naar u toe te draaien. Als
de messen niet goed bewegen, controleer dan of er geen stof
of draden vastzitten tussen de messen.
3. Houd de draden vast en iets gespannen.
4. Draai het handwiel 2 of 3 hele draaien naar u toe om het
begin van een draadketting te maken. Controleer of alle
draden om het instelhaakje van de steekplaat worden
gewonden. Als de draden niet om het instelhaakje worden
gewonden, controleert u of de draden goed zijn ingeregen.
5. Blijf de draadketting vasthouden terwijl u het voetpedaal
indrukt. Blijf naaien totdat de ketting 5-8 cm lang is.
6. Leg stof onder de voorkant van de naaivoet en naai een
proe apje. Geleid de stof lichtjes met uw linkerhand tijdens
het naaien. Trek niet aan de stof, daardoor kan de naald
verbuigen en breken.
7. Wanneer u aan het einde van de stof bent, blijft u
doornaaien terwijl u de afgewerkte stof voorzichtig achteruit
en naar links trekt. Dit wordt het afhechten van de ketting
genoemd. Zo wordt voorkomen dat de draden losraken en
wordt de machine voorbereid om verder te naaien.
8. Snijd de ketting op 2-5 cm achter de naaivoet af met de
draadafsnijder op de achterkant van de machine.Trek de
draden vanaf de achterkant om de draadafsnijder heen en
dan naar u toe.
Draadketting
Ketting afhechten
Draadafsnijder
13