Bedieningshandleiding
Veiligheidsvergrendeling
2.5 Veiligheidsclassificatie van de vergrendelfunctie
Voorschriften:
Bepaalde structuur:
- Essentieel:
- Bij 2-kanalig gebruik en
foutuitsluiting van de mechaniek*:
B
verbreekcontact (NC):
10D
B
maakcontact bij 10% ohmse contactlast:
10D
Gebruiksduur:
* Als een foutuitsluiting voor de 1-kanalige mechaniek toegelaten is.
B
10D
n
MTTF
op
D
0,1 x n
op
(Berekende waarden kunnen variëren afhankelijk van de
toepassingsspecifieke parameters h
Als meerdere veiligheidscomponenten in serie geschakeld worden, dan
degradeert onder bepaalde omstandigheden het Performance Level
volgens ISO 13849-1 door de verminderde foutherkenning.
2.6 Veiligheidsclassificatie van de arrêteerfunctie
Bij gebruik van de component als vergrendelvoorziening voor
de veiligheid van personen is een veiligheidsclassificatie van de
arrêteerfunctie vereist.
Bij de veiligheidsclassificatie van de arrêteerfunctie moet er
een onderscheid worden gemaakt tussen de bewaking van
de arrêteerfunctie (vergrendelfunctie) en de aansturing van de
ontgrendelfunctie.
De volgende veiligheidsclassificatie van de ontgrendelfunctie is
gebaseerd op het gebruik van het principe van de energiescheiding van
de voeding voor de magneet.
De veiligheidsclassificatie van de ontgrendelfunctie
is uitsluitend geldig voor toestellen met bewaakte
arrêteerfunctie en ruststroomprincipe (vgl. typesleutel).
Dankzij een veilige energiescheiding van buitenaf kan een uitschakeling
van de vergrendeling van de veiligheidsvergrendeling worden
uitgesloten.
In dit geval draagt de blokkeervoorziening van de
veiligheidsvergrendeling niet bij aan de uitvalwaarschijnlijkheid van de
ontgrendelfunctie.
Het veiligheidsniveau van de ontgrendelfunctie wordt op die manier
uitsluitend bepaald door de externe veilige uitschakeling van de
spanning
Veilige energie-
uitschakeling
+24 VDC
PL ?
PFH
?
d
0 VDC
De foutuitsluitingen voor de bekabeling moeten in acht
genomen worden.
ISO 13849-1
bruikbaar tot cat. 1 / PL c
bruikbaar tot cat. 3 / PL d met
gepaste logische eenheid
2.000.000
1.000.000
20 jaar
d
x
h
x
3600
s/h
op
op
t
cycle
, d
en t
en de belasting.)
op
op
cycle
Veiligheidsver-
grendeling
A1
A2
Vergrendel-
functie
Als in een toepassing de veiligheidsvergrendeling met
ruststroomprincipe niet kan gebruikt worden, kan voor
dit uitzonderingsgeval een veiligheidsvergrendeling met
arbeidsstroomprincipe gebruikt worden, mits bijkomende
veiligheidsmaatregelen getroffen worden, die voor een
gelijkwaardig veiligheidsniveau zorgen.
3. Montage
3.1 Algemene montage-instructies
Montage uitsluitend toegestaan in spanningsloze toestand.
Ter bevestiging van de schakelaar is de behuizing van 3 boorgaten
voorzien. De veiligheidsvergrendeling heeft een dubbele isolatie. Het
gebruik van een aardleiding is niet toegestaan. De behuizing van
de component mag niet als aanslag gebruikt worden. De plaats van
montage is willekeurig. Het binnendringen van vuil in de gebruikte
openingen moet echter vermeden worden. Na de montage kunnen de
niet-gebruikte openingen met de sleutafsluitstrippen afgedicht worden.
Neem ook de opmerkingen van de normen ISO 12100,
ISO 14119 en ISO 14120.
Montage van de bediensleutel: zie montagehandelding van de
bediensleutel.
De bediensleutels moeten via geschikte maatregelen
(gebruik van eenwegschroeven, lijmen, uitboren van de
schroefkoppen, borgen met pennen) onlosmakelijk aan
de beschermvoorziening bevestigd worden en tegen
verschuiven beveiligd worden.
3.2 Afmetingen
Alle maten in mm.
Veiligheidsvergrendeling
20
32
6
28
26
NL
EX-AZM 161
72
6
26
30
104
130
3