15. Onjuiste installatie, aanpassingen, wijzigingen, bedieningen of onderhoud kunnen letsel of
materiële schade veroorzaken. Lees de montage- en onderhoudsinstructies aandachtig voor
installatie- en onderhoudswerkzaamheden.
BEDIENING EN GEBRUIK
1. Het apparaat heeft een open vlam en wordt tijdens het gebruik erg heet. Raak geen
onderdelen van het apparaat aan tijdens en kort na gebruik, maar geef het apparaat eerst
tijd om af te koelen. Houd ook kinderen, onbevoegden, mensen met een beperking en
huisdieren uit de buurt om brandwonden en brandschade te voorkomen.
2. Overbelast het apparaat niet. Gebruik het apparaat niet voor doeleinden waarvoor het niet
is bedoeld.
3. Wees voorzichtig wanneer u het apparaat gebruikt. Gebruik uw gezonde verstand en kijk
altijd goed uit wat u doet. Gebruik het apparaat niet wanneer u vermoeid bent, medicijnen
gebruikt die slaperigheid veroorzaken of wanneer u alcohol of drugs hebt gebruik. Gebruik
het apparaat niet wanneer u niet in staat ben het apparaat veilig te gebruiken.
4. Dit apparaat is niet geschikt om te worden gebruikt door personen (incl. kinderen) met een
fysieke-, zintuiglijke- of mentale beperking, of gebrek aan ervaring en kennis, ongeacht of er
toezicht is of instructie is gegeven aangaande het gebruik van het apparaat door een
persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
5. Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
6. Zorg ervoor dat niemand op het apparaat gaat zitten.
7. Onvolledige verbranding of gebrek aan zuurstof kan koolmonoxidevergiftiging veroorzaken.
Koolmonoxide is dodelijk. De eerste signalen van koolmonoxidevergiftiging lijken op
griepachtige verschijnselen: hoofdpijn, duizeligheid, branderige ogen en neus, droge mond
en keel en misselijkheid. Constateert u deze symptomen, dan werkt uw apparaat niet goed
of er is te weinig ventilatie. Zorg onmiddellijk voor frisse lucht! Laat het apparaat controleren
en/of zorg ervoor dat er voldoende ventilatie is. De één is gevoeliger voor koolmonoxide-
vergiftiging dan de ander. In het bijzonder zwangere vrouwen, mensen met hart- of
longproblemen of bloedarmoede, ouderen en personen onder invloed van alcohol hebben
een verhoogd risico.
8. Het apparaat kan intens heet worden. Stel mensen (in het bijzonder kleine kinderen en
ouderen) en dieren niet bloot aan de directe hitte. Pas op voor brandwonden en
kledingschade.
9. Contact met vloeibaar gas kan bevriezingswonden veroorzaken.
10. Kinderen, handelingsonbekwame personen en dieren mogen niet in de buurt van het
apparaat worden toegelaten, tenzij onder streng toezicht. Wees in het bijzonder voorzichtig
bij het aansteken.
11. Laat een werkend apparaat nooit zonder toezicht.
12. Dit apparaat (incl. de gasfles) dient volgens de nationale wet- en regelgeving te worden
aangesloten, gebruikt en opgeslagen. De gasfles dient onbeschadigd te zijn en aan de
geldende voorschriften te voldoen.
13. Een werkend apparaat nooit verplaatsen, aanraken of er onderhoud aan uitvoeren.
Schakel het apparaat eerst uit, draai de kraan van de gasfles dicht en laat het apparaat
afkoelen wanneer u het apparaat wilt verplaatsen, controleren, schoonmaken of er
onderhoud aan wilt uitvoeren of de gasfles wilt verwisselen.
14. Gebruik het apparaat niet bij stevige wind. Neem maatregelen om omverwaaien te
voorkomen.
15. Draai de kraan van de gasfles na gebruik altijd goed dicht. Als het apparaat niet in gebruik is,
sluit de gaskraan op de gasfles en draai de bedieningsknop op uit (OFF). Wanneer het
apparaat de komende uren niet weer gebruikt zal worden koppel de gastoevoer dan ook
16. Verwissel de gasfles altijd in de buitenlucht of in open ruimtes met voldoende ventilatie.
Verwissel de gasfles altijd in een vlammenvrije omgeving.
17. Gebruik het apparaat niet wanneer er een gaslekkage is, laat het apparaat, gasslang,
gasdrukregelaar en gasfles eerst controleren door de leverancier.
18. Controleer of de gasdrukregelaar correct is gemonteerd en in staat is om te functioneren.
19. Gebruik het apparaat alleen om te verwarmen; dus niet om iets te drogen of iets dergelijks.
Hang er geen kleding, doeken enz. voor of boven. Brandgevaar!
20. Gebruik uitsluitend een CE-gekeurde gasfles (alleen propaan- of butaangas) met een
veiligheidskraan met uitwendige draad.
21. Gebruik het apparaat niet wanneer er onderdelen ter controle, reparatie of vervanging
zijn verwijderd.