11. Verwijder de kabel van de voedingsadapterpoort uit de palmsteun- en toetsenbordeenheid en trek de kabel van de
voedingsadapterpoort los uit de ventilator- en koelplaateenheid.
12. Verwijder de tape waarmee de beeldschermkabel aan de systeemkaart is bevestigd.
13. Open de vergrendelingen en koppel de beeldschermkabel los van de systeemkaart en trek de beeldschermkabel uit de
systeemkaart.
14. Verwijder de vijf schroeven (M2x4) waarmee de systeemkaarteenheid aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd.
15. Pak de systeemkaarteenheid vast aan de linker- en rechterbovenkant van de koelplaat en til de systeemkaarteenheid uit de
palmsteun- en toetsenbordeenheid.
16. Plaats de systeemkaarteenheid op een schoon en vlak oppervlak.
17. Draai de systeemkaarteenheid om.
18. Verwijder de
ventilator en de
19. Draai de systeemkaarteenheid om.
20.Nadat u alle bovenstaande stappen hebt uitgevoerd, blijft de systeemkaart over.
OPMERKING: Voordat u de defecte systeemkaart retourneert. Bevestig de processorsticker (CPU) over de processorchip
(CPU) en zorg ervoor dat deze het gehele oppervlak bedekt.
OPMERKING: Wanneer u de systeemkaart vervangt voor computers waarin een M.2 2230 SSD is geïnstalleerd, moet
u ervoor zorgen dat de montagebeugel van de M.2 2230 SSD is verwijderd van de systeemkaart en op de nieuwe
systeemkaart is geïnstalleerd.
WAARSCHUWING: Volg de instructies in de technische instructies die bij de vervangende systeemkaarteenheid zitten
zodra de systeemkaarteenheid uit de computer is verwijderd.
WAARSCHUWING: Gebruik geen alcoholdoekje om het thermische vet van Element 31 te reinigen van de
processorchip (CPU) die is omgeven door het processorschild (CPU). De alcoholoplossing van de doekjes ontbindt het
Element 31-vet in geleidende metaaldeeltjes. Als deze geleidende metaaldeeltjes in contact komen met het oppervlak
van de systeemkaart, zal er kortsluiting ontstaan wanneer u de computer aanzet.
koelplaateenheid.
53