Inhoudsopgave
Advertenties
Gids voor probleemoplossing
1.
De naald is te dik voor de stof.
Samengenomen
2.
De steeklengte is verkeerd ingesteld.
of gerimpelde
3.
De draadspanning is te strak.
naden
4.
De stof fronst.
1.
Garen van slechte kwaliteit.
Ongelijke steken,
2.
Het spoelhuis is verkeerd ingeregen.
ongelijke toevoer
3.
De stof is opgetrokken.
1.
De machine moet worden gesmeerd.
2.
Er hebben zich pluizen of olie op de haak of
De machine
naaldstang verzameld.
maakt lawaai
3.
Er werd olie van slechte kwaliteit gebruikt.
4.
De naald is beschadigd.
De machine loopt
Er zit garen in de haak vastgeklemd.
vast
48
1.
Kies een dunnere naald.
2.
Pas de steeklengte opnieuw aan.
3.
Haal wat spanning van de draad.
4.
Gebruik een verstevigend materiaal voor fijne of stretch-
stoffen.
1.
Kies garen van betere kwaliteit.
2.
Verwijder het spoelhuis, voorzie opnieuw van garen en
plaats het correct.
3.
Trek tijdens het naaien niet aan de stof, maar laat de machi-
ne het doorvoeren.
1.
Smeer zoals beschreven.
2.
Reinig de haak en transporteur zoals beschreven.
3.
Gebruik alleen naaimachineolie van goede kwaliteit.
4.
Vervang de naald.
Verwijder de bovendraad en het spoelhuis, draai het handwiel
met de hand heen en weer en verwijder de draadresten. Smeer
zoals beschreven.
Advertenties
Inhoudsopgave
