Defibrillatie-elektroden of
adapterplaten aansluiten
De patiëntsimulator kan gedefibrilleerd worden met semi-automatische
defibrillatoren en defibrillatoren met een handmatige modus.
Defibrillatorkabels voor trainingsdoeleinden
gebruiken
De patiëntsimulator heeft twee defibrillatiepunten (apex en sternum)
waarop een defibrillatorkabel voor trainingsdoeleinden kan worden
aangesloten. Laerdal kan adapters leveren voor aansluiting van de
defibrillatorkabel op defibrillatoren van verschillende merken. Er kunnen
ook speciale defibrillatie-elektroden voor trainingsdoeleinden op
de defibrillatiepunten worden geplaatst ter vervanging van echte
defibrillatie-elektroden.
De patiëntsimulator is niet ontworpen voor gebruik met echte
klevende defibrillatie-elektroden voor eenmalig gebruik.
Adapterplaten voor defibrillatie gebruiken
Om een defibrillator met defibrillator-paddles te gebruiken op de
patiëntsimulator, moeten de defibrillatiepunten worden uitgerust met
speciale voor training bestemde adapterplaten voor defibrillatoren.
Druk de adapterplaten stevig op hun plaats.
INSTELLING
Opgelet: Volg altijd de veiligheidsinstructies van de fabrikant van de
defibrillator als de defibrillator op de patiëntsimulator wordt gebruikt.
Tijdens defibrillatie
Tijdens actieve defibrillatie kunnen de defibrillator en de
patiëntsimulator gevaar voor een elektrische schok opleveren. Alle
standaard veiligheidsvoorschriften moeten in acht worden genomen
wanneer een defibrillator op de patiëntsimulator wordt gebruikt.
Opgelet: De defibrillatie mag uitsluitend via de defibrillatiepunten
worden uitgevoerd.
Om oververhitting tijdens defibrillatie te voorkomen, mag de
defibrillatiesequentie van 3 schokken in 45 seconden gevolgd
door 1 minuut reanimatie niet worden overschreden.
Na 30 minuten moet er ten minste 15 minuten gestopt worden met
defibrilleren voordat er opnieuw gedefibrilleerd mag worden.
Opgelet: Herhaal dit niet langer dan een aaneengesloten
periode van 4 uur.
Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen
Waarschuwing: Mors geen vloeistoffen op de defibrillatiepunten.
Natte defibrillatiepunten kunnen een elektrische schok
veroorzaken tijdens defibrillatie met de simulator.
Waarschuwing: De patiëntsimulator mag tijdens defibrillatie niet in
contact komen met elektrisch geleidende oppervlakken of voorwerpen.
Waarschuwing: Defibrilleer de patiëntsimulator niet als deze is
UITGESCHAKELD of als deze niet normaal functioneert.
Waarschuwing: Defibrilleer de patiëntsimulator niet zonder dat
torsohuid is aangebracht.
Waarschuwing: Defibrilleer de patiëntsimulator niet in een
ontvlambare of met zuurstof verrijkte omgeving.
Waarschuwing: Houd de torso van de patiëntsimulator altijd droog.
Laat de patiëntsimulator op omgevingstemperatuur komen voordat
u met defibrillatie begint. Plotselinge temperatuurschommelingen
(de patiëntsimulator verplaatsen van een koude omgeving naar een
warme omgeving en omgekeerd) kunnen resulteren in condensvorming
op het basispaneel en risico op elektrische schokken.
20