Installatievoorschrift e-MatriX linear 1050-1300/400 I,II,III
8
Onderhoud
8.1
Onderhoudsfrequentie
Reinigen waterreservoir, luchtfilter en ver-
vangen van de transducers.
Professioneel gebruik:
o
Elke drie maanden.
Huishoudelijk gebruik:
o
Elk jaar.
Reinigen groffilter en vervangen fijnfilter.
Professioneel gebruik:
o
Elk jaar.
Huishoudelijk gebruik:
o
Elke twee jaar.
Let op!
De onderhoudsfrequentie is afhankelijk van de
waterkwaliteit en/of gebruiksduur en kunnen
daardoor afwijken van bovengenoemde.
Reinigen waterreservoir
Let op!
Zet de hoofdschakelaar van de Control
box in de "UIT" (0) stand, zie fig. 1.0-D en
haal de stekker uit het stopcontact.
Gebruik nooit agressieve schoonmaakmid-
delen.
1
Verwijder het frontglas, zie hoofdstuk 5.1;
2
Verwijder de decoratie-set, zie hoofdstuk
6;
3
Til de bodemplaat in het midden op en
laat het voorzichtig voorop de haard rus-
ten. Zie fig. 4.0.
4
Haal de stekkerverbinding los, druk hier-
voor de borgklem van de stekker in. Ver-
wijder de bodemplaat om volledig toe-
gang te krijgen tot beide engines Zie fig.
8.0;
5
Verwijder de vuldop door deze met de
klok mee te draaien. Zie fig. 8.1;
6
Koppel beide transducerkabels los. Zie fig.
8.2;
7
Maak de clip aan beide kanten los en ver-
wijder het mondstuk. Zie fig. 8.3 en 8.4;
8
Til het waterreservoir voorzichtig op, zon-
der water te morsen en leeg het waterre-
servoir. Zie fig. 8.5;
9
De transducers bevinden zich in het wa-
terreservoir, bevestigd met plastic clips.
Duw de clips voorzichtig naar achteren en
verwijder de transducers. Zie fig. 8.6;
10 Gebruik een klein beetje afwasmiddel en
een zachte borstel om het waterreservoir
16 <
<
<
<
te reinigen. Reinig hiermee ook de trans-
ducers, inclusief de schijfjes onder de co-
nus. De conus kan met de klok mee los ge-
draaid worden. Zie fig. 8.7;
11 Spoel het waterreservoir en de transdu-
cers na met schoon water om de resten
afwasmiddel te verwijderen;
12 Reinig het mondstuk (zie fig. 8.4) met een
zachte borstel en spoel deze schoon met
water.
Voor het terugplaatsen van alle onderdelen, her-
haal de stappen in omgekeerde volgorde.
Reinigen luchtfilter
1. Haal de luchtfilter voorzichtig uit de hou-
der. Zie fig. 9.0;
2. Reinig het filter voorzichtig met water en
gebruik een handdoek om het te drogen;
3. Plaats de luchtfilter terug;
4. Plaats de decoratie-set. Zie hoofdstuk 6;
5. Plaats het frontglas. Zie hoofdstuk 5.1.
Vervangen transducers
Let op!
Zet de hoofdschakelaar van de Control box in
de "UIT" (0) stand, zie fig. 1.0-D en haal de
stekker uit het stopcontact.
1. Volg de eerste 9 stappen in "Reinigen wa-
terreservoir" in Hoofdstuk 8.1 om toegang
te krijgen en de transducers te verwijde-
ren;
2. Plaats de nieuwe transducers en herhaal
bovenstaande stappen in omgekeerde
volgorde. (Let op dat de transducerkabels
de opening van de kegels niet blokkeren).
Reinigen groffilter
1
Sluit de waterkraan;
2
Draai de afsluiters dicht;
3
Draai het deksel los en reinig het filter.
Vervangen fijnfilter
1
Sluit de waterkraan;
2
Draai de afsluiters dicht;
3
Vervang het fijnfilter. Let op de stroom-
richtingmarkering op het filter!