Met de machine rijden
De aandrijfwielen draaien onafhankelijk en worden
aangedreven door hydraulische motoren op elke as. U
kunt de wielen aan de ene zijde achteruit laten draaien
en tegelijk die aan de andere zijde vooruit, waardoor
de machine om zijn as draait in plaats van een bocht
te maken. Zo is de machine veel wendbaarder, maar
het kan wat tijd vergen eer u gewend bent aan de
manier waarop de machine beweegt.
Met de gashendel regelt u de snelheid van de motor,
oftewel het toerental (in omwentelingen per minuut).
Zet de gashendel op S
verkrijgen. Laat de motor tijdens het maaien altijd vol
gas draaien.
WAARSCHUWING
De machine kan zeer snel ronddraaien. De
bestuurder kan de controle over de machine
verliezen. Dit kan leiden tot lichamelijk letsel
en schade aan de machine.
• Wees voorzichtig als u een bocht maakt.
• Verminder de snelheid van de machine
voordat u een scherpe bocht maakt.
Vooruitrijden
Opmerking:
Wees altijd voorzichtig bij het draaien.
1.
Zet de hendels in de middelste, ontgrendelde
stand.
2.
Om vooruit te rijden, duwt u de rijhendels
langzaam naar voren
Figuur 25
om de beste prestaties te
NEL
(Figuur
25).
Achteruitrijden
Opmerking:
achteruitrijdt of draait.
1.
Zet de hendels in de middelste, onvergrendelde
stand.
2.
Om achteruit te rijden, trekt u de rijhendels
langzaam naar achteren
Het Smart Speed
besturingssysteem
gebruiken
De hendel van het Smart Speed
bevindt zich onder de bestuurdersstoel
27) en geeft de bestuurder de keuze uit drie
snelheidsbereiken: trimmen, slepen en maaien.
g008952
26
Wees altijd voorzichtig als u
(Figuur
Figuur 26
TM
TM
besturingssysteem
26).
g008953
(Figuur