GEVOELIGHEID
De gevoeligheid is de diepte-instelling van het
apparaat. Deze wordt ook gebruikt om de
elektromagnetische signalen uit de omgeving
25
en de van de grond afkomstige storing te
elimineren.
OPMERKING:
Om
maximale
verkrijgen, probeer eerst de frequentie te verschuiven
om de storing door elektromagnetische interferentie te
elimineren.
De gevoeligheidsinstelling bestaat uit 30 niveaus
en is vooraf ingesteld voor elke modus. Alle standen
beginnen met de standaardinstelling. Zij kunnen
indien
nodig
handmatig
gevoeligheidsaanpassing geldt voor de geselecteerde
modus; de gewijzigde instelling heeft geen invloed op de
gevoeligheidsinstelling van de andere modi.
De instelling van de gevoeligheid is een persoonlijke
voorkeur. Het is echter belangrijk de gevoeligheid in te
stellen op het hoogst mogelijke niveau waarop niet te
veel storing te horen is, om te voorkomen dat kleinere
en diepere voorwerpen worden gemist. Bijvoorbeeld:
als het storingsniveau geschikt is om te zoeken en
hetzelfde is op niveau 25 en 30, dan verdient 30 de
voorkeur.
U kunt de instelling verhogen en verlagen met de
knoppen (+) en (-) op het hoofdscherm. De balk links
geeft het gevoeligheidsniveau aan.
25
diepteprestaties
worden
gewijzigd.
4
99
DIEPTE VAN HET VOORWERP
Het apparaat geeft een geschatte diepte van
het voorwerp op basis van de signaalsterkte.
Diepte-indicator: Deze toont de nabijheid van
het voorwerp in 5 niveaus aan. Naarmate het
voorwerp dichterbij komt, nemen de niveaus af
en omgekeerd.
te
Ondiep Voorwerp
De
Omdat elke modus van de SIMPLEX een andere diepte
heeft, zal de diepte-indicator voor hetzelfde voorwerp in
verschillende modi een ander niveau aangeven.
De diepte-indicator is afgesteld op een muntstuk met
een diameter van 2,5 cm. De werkelijke diepte varieert
afhankelijk van de grootte van het voorwerp. De
detector zal bijvoorbeeld meer diepte aangeven bij een
muntstuk dat kleiner is dan 2,5 cm en minder diepte bij
een groter voorwerp.
13
Diep Voorwerp