Problemen oplossen
Probleem
De camera gaat
niet aan
Geen beeld op het
scherm
Het beeld op het
scherm is slecht
zichtbaar
8
De sluiter
ontspant niet
De opname is
donker bij gebruik
van de flitser
200
Oorzaak
De batterij is niet
geplaatst
De batterij is niet
correct geïnstalleerd.
De batterij is uitgeput
De camera is
aangesloten op een
computer
De camera is
aangesloten op
een TV
De helderheid van het
scherm is te donker
ingesteld
De functie Batterijbe-
sparing is geactiveerd.
De flitser wordt
opgeladen
Er is geen vrije ruimte
op de SD-
geheugenkaart of in
het interne geheugen
Opnemen
Het onderwerp is te ver
weg in een donkere
omgeving, zoals bij
een nachtopname
Oplossing
Controleer of een batterij is
geplaatst.Indien niet, plaats dan een
batterij.
Controleer de ligging van de
batterij.Plaats de batterij opnieuw met het
label in de richting van het scherm.
(p.32).
De batterij is opgeladen
Wanneer de camera is aangesloten op
een computer, is het scherm uitgeschakeld.
Als de camera is aangesloten op een tv,
is het scherm uitgeschakeld.
Stel de helderheid in met de optie
[Helderheid] in het menu [W Instelling]
(p.172).
Als Batterijbesparing is geactiveerd,
wordt het beeldscherm automatisch
uitgeschakeld na een bepaalde tijd.
Druk op een knop om de normale
helderheid te herstellen.
Selecteer [Uit] bij [Batt besparing] in het
menu [W Instelling] om de batterijbespar-
ingsfunctie uit te schakelen (p.173).
Er kunnen geen opnamen worden gemaakt
terwijl de flitser wordt opgeladen. Wacht
tot het opladen gereed is.
Plaats een SD-geheugenkaart met
voldoende vrije ruimte of verwijder
overbodige opnamen (p.37, 129).
Wacht tot opslaan gereed is.
De opname wordt donker als het
onderwerp te ver weg is. Maak opnamen
binnen het aangegeven flitsbereik.