• Het aantal opnamepixels voor de stand 9 (Groene modus) is vast
ingesteld op W.
• Het aantal opnamepixels voor de standen C (Portret vanaf middel)
en N (Beeld inkadering) is vast ingesteld op h.
• Als u de modus F (Digitaal panorama) sluit na het eerste beeld,
wordt de resolutie voor de foto vastgesteld op i (1600x1200).
• Het aantal opgenomen pixels voor foto's die met I (16-beelds
opname) worden gemaakt, is vast ingesteld op m voor één beeld
en f (2560×1920) voor één foto.
• Als u de instelling [Resolutie] regelmatig wijzigt, kunt u tijd sparen door
de functie toe te kennen aan de Groene toets (p.107).
3
De witbalans aanpassen
U kunt foto's met natuurlijke kleuren maken door de witbalans aan te
passen aan de lichtomstandigheden.
F Auto
Daglicht
G
Schaduw
Lamplicht
I
Neonlicht
J
Handmatig
K
• Stel een andere witbalans in als u niet tevreden bent met de
kleurbalans van foto's die gemaakt zijn met F.
• Afhankelijk van de geselecteerde opnamestand kan de
witbalansinstelling wellicht niet worden aangepast. Zie "Beschikbare
functies voor elke opnamefunctie" (p.196) voor meer details.
1
Druk op 3 in de stand A.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Druk op de vierwegbesturing (23) om [Witbalans] te
selecteren.
100
De camera past de witbalans automatisch aan.
Gebruik deze modus voor foto's buitenshuis in zonlicht.
Gebruik deze modus voor foto's buitenshuis in de schaduw.
Gebruik deze modus om foto's te maken bij tl-licht of van een
gloeilamp.
Gebruik deze modus voor foto's bij neonlicht.
Gebruik deze modus om de witbalans handmatig aan te
passen.