Neem snelheid terug bij scherpe bochten.
De Multi-Mover XL50 mag alleen met een snelheid rijden waarbij op tijd gestopt kan worden bijv. als er
een obstakel in het rij gebied is of komt.
Optrekken, stoppen, sturen, wendingen maken dienen altijd rustig te worden gedaan, zodat de
stabiliteit van de te trekken wagens niet in gevaar komt.
Uw rijgedrag moet beleefd en veilig zijn.
Kijk altijd goed uit als het voertuig rijdt op een beperkte helling of op glad terrein.
Plaatsen in / op een lift
Manoeuvreer de Multi-Mover XL50 nooit zonder toestemming in/op een lift; rijdt er langzaam mee, zet
het voertuig goed in het midden van deze ruimte, schakel het voertuig uit met de contactsleutel. Zorg
dat er geen mensen op de lift staan als het voertuig er op gereden wordt.
Vervoer alleen veilige en stabiele lading.
Zorg dat het gewicht van de te vervoeren lading binnen het vermogen van de Multi-Mover XL50 valt.
De maximale trekkracht is vermeld op de type plaat.
Pas op! Voorkom ernstige schade aan de aandrijving, de Multi-Mover XL50 mag alleen ge-
sleept worden met de handrem knop (7) in "vrij-stand" (uitgetrokken).
5.3
Bediening en werking (zie foto, fig. 1)
1
Stuurhandgreep (Tillerhead)
2
Stuurbeugel
3
Zwenkwiel
4
Scharnierpunt stuurbeugel
5
Contactslot
6
Noodstopschakelaar
7
Handrem knop
8
Batterij conditiemeter
Voordat u de Multi-Mover XL50 in gebruik neemt is het noodzakelijk om vooraf de mogelijkheden te
kennen. Leest u van tevoren de instructies en controleer de functies van de bedieningsorganen met
de contactsleutel in de UIT-stand.
Handrem knop (7)
Met de handremknop worden de wielen (16) ge/ontkoppeld van de motor (15). Knop uitrekken is
MULTI-MOVER XL50
10
9
Type plaat
10 Top koppelpunt
11 Besturingskast
12 Batterij
13 Bevestigingspunt voor trekhaak/oog
14 Actuator
15 Motor met vertragingskast
16 Wiel met band