met iets in aanraking komt.
5 VEILIGHEID
▪
Gebruik de kettingzaag NIET met 1 hand! Bediening met 1 hand kan leiden tot ernstige
verwondingen bij de gebruiker, helpers, omstaanders of enig andere combinatie van deze
personen. Een kettingzaag is ontworpen om met beide handen bediend te worden.
▪
Gebruik een kettingzaag NIET als u moe bent of onder invloed verkeert van drugs, alcohol
of medicijnen.
▪
Gebruik veiligheidsschoeisel, nauwsluitende kledij, beschermde handschoenen en
bescherming voor de ogen, oren en het hoofd.
▪
Wees voorzichtig bij het werken met benzine. Breng de kettingzaag minstens 10 voet (3
meter) weg van de plaats waar ze werd bijgetankt vóór het starten van de motor.
▪
Laat GEEN andere personen in de nabijheid toe tijdens het starten of het werken met de
kettingzaag. Hou omstaanders en dieren weg uit het werkgebied.
▪
Begin NIET met zagen vóór u een proper werkgebied hebt, over een stabiele houding
beschikt en een vluchtpad weg van de vallende boom heeft gepland.
▪
Hou al uw lichaamsdelen weg van de zaagketting als de motor draait.
▪
Zorg ervoor dat de ketting niets raakt vóór u de motor start.
▪
Draag de kettingzaag met een uitgeschakelde motor, het zwaard en de zaagketting
achterwaarts gericht en de geluidsdemper weg van uw lichaam.
▪
Gebruik GEEN ketting die beschadigd, slecht afgeregeld of onvolledig en losjes is
gemonteerd. Zorg ervoor dat de zaagketting stilstaat wanneer de gashendel wordt
losgelaten.
▪
Zet de motor af voor u de kettingzaag neerzet.
▪
Wees bijzonder voorzichtig bij het zagen van kleine struiken en boomscheuten omdat dun
materiaal door de zaagketting kan gegrepen worden en in uw richting kan geslingerd
worden of u uit balans kan brengen.
▪
Wees bij het zagen van een boomtak onder spanning voorbereid op terugveren zodat u
niet geraakt wordt als de spanning in de houtvezels wegvalt.
▪
Hou de handgrepen droog, proper en vrij van olie of benzinemengsel.
▪
Gebruik de kettingzaag enkel in goed verluchte omgevingen.
▪
Gebruik de kettingzaag NIET in een boom tenzij u daar speciaal voor werd opgeleid.
▪
Alle herstellingen die niet in de veiligheidshandleiding of in de onderhoudsinstructies
worden vermeld moeten uitgevoerd worden door erkende herstellers van kettingzagen.
▪
Gebruik bij het vervoeren van uw kettingzaag de juiste zwaardbeschermer.
▪
Gebruik uw kettingzaag NIET in de buurt van brandbare vloeistoffen of gassen zowel
binnenshuis als in de openlucht. Dit kan tot een explosie en/of brand leiden.
▪
Vul de benzine- of de olietank niet bij en smeer het toestel niet terwijl de motor draait.
▪
GEBRUIK VAN HET JUISTE GEREEDSCHAP: Zaag enkel hout. Gebruik de kettingzaag
niet voor doelen waarvoor ze niet werd ontworpen. Gebruik ze bijvoorbeeld niet voor het
snijden van plastic, metselwerk of structuurmaterialen.
▪
De eerste keer moet de gebruiker praktisch onderricht krijgen van een ervaren iemand in
het gebruik van de kettingzaag en de beschermingsmaatregelen.
▪
Probeer niet om de zaag met één hand vast te houden. U kan de reactiekrachten niet
controleren en u zou de controle over de zaag kunnen verliezen wat leidt tot het
wegschieten of wegveren van het zwaard en de ketting op de tak of stronk.
▪
Laat de kettingzaag niet binnenshuis draaien. Uw kettingzaag produceert, van zodra de
motor draait, giftige uitlaatgassen die kleurloos en geurloos kunnen zijn. Het gebruik van
dit product kan stof, mist en dampen veroorzaken die chemicaliën bevatten die bewezen
schadelijke effecten hebben. Wees u bewust van schadelijk stof en mist (zoals zaagstof
en oliemist van de kettingsmering) en bescherm uzelf goed.
▪
Draag handschoenen en hou uw handen warm. Langdurig gebruik van kettingzagen die
de gebruiker blootstellen aan trillingen kunnen het wittevingersyndroom veroorzaken.
Copyright © 2019 VARO
POWPG20130
P a g i n a
| 5
NL
www.varo.com