/
Achteruit en vooruit bewegen / instellingen van geselecteerde menu-
puntwaarden
-
Functietoetsen (de betreffende functies worden in de afzonderlijke
hoofdstukken beschreven)
Apparaat in- en uitschakelen
Handmatig inschakelen/uitschakelen
›
Op
drukken om het apparaat in of uit te schakelen.
Automatisch inschakelen van het apparaat
Indien het apparaat voor het uitschakelen van het contact niet met de toets
is uitgeschakeld, schakelt deze na het inschakelen van het contact automa-
tisch in.
Automatisch uitschakelen van het apparaat
Als de sleutel bij ingeschakeld apparaat uit het contactslot wordt verwijderd,
wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld.
Wanneer de wagen is voorzien van een startknop, wordt het apparaat na het
afzetten van de motor en het openen van het bestuurdersportier automatisch
uitgeschakeld.
Bij uitgeschakeld contact schakelt het apparaat na ca. 30 minuten automatisch
uit.
Het apparaat kan onder bepaalde omstandigheden (vanwege de ontladingsbe-
veiliging van de accu of de apparaatbeveiliging) automatisch uitschakelen.
Het apparaat informeert daarover met een van de volgende meldingen op het
display.
›
Low batt. - Accu bijna leeg
›
Temp. high - Apparaattemperatuur te hoog
›
Temp. low - Apparaattemperatuur te laag
Volume instellen
Elke volumeverandering wordt op het display weergegeven.
Volume verhogen
›
De draaiknop
naar rechts draaien.
1
1)
Geldt niet voor AUX.
Volume verlagen
›
De draaiknop
naar links draaien.
1
Geluidsonderdrukking
›
Het volume met de draaiknop
Bij een geluidsonderdrukking verschijnt op het display het symbool .
Was er op het moment van de geluidsonderdrukking een geluidsweergave in
het menu Media, dan volgt er een weergaveonderbreking (pauze)
VOORZICHTIG
Een te hard ingesteld volume kan voor geluidsresonanties in de wagen en
eventueel voor schade aan de luidsprekers zorgen.
Instellingen
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Displayweergave
De gewenste waarde instellen
Klankinstellingen
Apparaatinstellingen
Dit hoofdstuk behandelt de soort en wijze van bediening en de instellingsmo-
gelijkheden van het apparaat.
De afzonderlijke menupunten voor de apparaatinstelling kunnen door het be-
dienen van een van de volgende toetsen worden opgeroepen.
Klankinstellingen
» pagina 8
Apparaatinstellingen
Instellingen van de modus Radio
Let op
Afhankelijk van de uitrusting kan het apparaat ook met de bedieningshendel
of via de toetsen in het multifunctiestuurwiel worden bediend. Nadere infor-
matie
»
Instructieboekje.
naar links op 0 zetten.
1
» pagina 8
» pagina 10
of Media
Inleidende informatie
.
1)
8
8
8
8
» pagina 14
7