BEDIENING
Richtingaanwijzer
1
1
a
a. Recht vooruit
b. Naar rechts
c. Naar links
WAARSCHUWING
Laat de motor niet draaien terwijl hij uit het water is. Blijf
uit de buurt van de schroef. Een draaiende schroef kan
lichamelijk letsel veroorzaken.
1
Geeft in een oogopslag informatie over de vaarrichting. Als u
op de hiel van het pedaal drukt, draait de boot naar links. Als
u op de teen van het pedaal drukt, draait de boot naar rechts.
NL
b
c
Snelheidsregeling
2
2, 3, 4
2
De snelheid van de voetbediende motor kan met de voet
worden geregeld door de snelheidsregelknop op het pedaal
naar de gewenste snelheid te rollen. De snelheidsregeling
bestaat uit ofwel 5 versnellingen of is variabel, afhankelijk
van het model van de motor. De snelheidsregelknop op een
motor met 5 versnellingen is genummerd van 1 t/m 5 en stelt
u in staat om een vooringestelde snelheid te selecteren. De
snelheidsregelknop op een motor met variabele snelheid
maakt traploze snelheidsselectie mogelijk.
Constant/Moment/Volle kracht
3
Deze schakelaar met 3 standen zorgt voor constant aan,
kortstondig variabel en volle stuwkracht.
3a Hierdoor kan de motor continu draaien zonder de
aan/uit-schakelaar te gebruiken.
3b Hierdoor kan de motor met de aan/uit-schakelaar
worden ingeschakeld.
3c Hierdoor wordt automatisch volle stuwkracht geleverd
wanneer de aan/uit-schakelaar is ingeschakeld.
4
Aan/uit-schakelaar – Deze schakelaar bevindt zich aan de
zijkant van het pedaal. Om de motor in te schakelen moet u
het aflopende schakelaarblok indrukken.
Permanente montage
5
5
Bepaal de plaats waar u het pedaal wilt vastzetten. Plaats
het pedaal op de gewenste plaats. Boor met een boortje van
3 mm door de gaten in de hoeken van het voetstuk van het
pedaal en in het bootdek. Steek de vier (4) nr. 8 x 2" bouten
door de gaten in het voetstuk van het pedaal en in de gaten
in het bootdek. (Raadpleeg het bovenstaande schema.)
8
4
5
3a
3b
3c
90-10235B21 1102