Inhoudsopgave
Advertenties
5 Inbedrijfstelling
RKN ^äÖÉãÉåÉ=áåÑçêã~íáÉ=çîÉê=ÇÉ=
áåÄÉÇêáàÑëíÉääáåÖ=
Bij elke Inbedrijfstelling moeten de aangegeven
veiligheidsmaatregelen, alsmede de veiligheidsinstructies in
het hoofdstuk "Veiligheid", worden gelezen en nageleefd.
= t~~êëÅÜìïáåÖ=
dÉî~~ê=Çççê=çåàìáëíÉ=áåÄÉÇêáàÑëíÉääáåÖ>=
Er bestaat een verhoogd risico op letsel aan personen die
werkzaamheden verrichten waarvoor zij niet gekwalificeerd
of opgeleid zijn.
Het apparaat mag alleen in bedrijf worden genomen
door personen die bekend zijn met de gevaren en over
de nodige kwalificaties beschikken.
Voorafgaand aan de inbedrijfstelling moet zijn voldaan
aan alle veiligheidstechnische bepalingen.
RKO sççêÄÉêÉáÇÉå=î~å=ÇÉ=
ä~~ÇáåÑê~ëíêìÅíììê=
De apparaten van de laadinfrastructuur moeten
dienovereenkomstig worden voorbereid voor de
inbedrijfstelling:
1. Installeer alle apparaten van de laadinfrastructuur
overeenkomstig de installatie- en
bedieningshandleidingen van de laadsystemen van
MENNEKES.
2. Sluit de SCU's van de laadpunten aan op de ACU m.b.v.
een Profibus-kabel.
3. Plaats eventueel een SIM-kaart in de ACU.
4. Sluit alle apparaten aan op het stroomnet en schakel de
apparaten aan.
De laadinfrastructuur is nu voorbereid.
MENNEKES beveelt aan gebruik te maken van de volgende
leidingen voor de RS-485-bus:
Leggen in de grond:
Siemens PROFIBUS-leiding aardkabel 6XV1830-3FH10
(EAN van de fabrikant: 4019169400428).
Leggen zonder mechanische belasting:
Siemens PROFIBUS-leiding aadkabel 6XV1830-0EH10
(EAN van de fabrikant: 4019169400312).
10
RKP i~~ÇáåÑê~ëíêìÅíììê=éä~ååÉå=Éå=
êÉÖáëíêÉêÉå=
Bij het werken met een groot aantal laadstations en
laadpunten vergemakkelijkt een algemeen plan de
overdracht van de gegevens. Verder zou het plan van nut
kunnen zijn bij de communicatie met de MENNEKES service.
De namen van de ACU en de SCU's kunnen willekeurig
worden gekozen. De volgende naamgevingsregels dienen
echter in acht te worden genomen:
Lengte tot max. 32 tekens.
Geen letters met accenten of speciale tekens.
Zo mogelijk geen spaties (zijn moeilijk te herkennen bij
maken van meerdere vermeldingen).
De invoer is hoofdlettergevoelig.
De ACU-naam mag slechts eenmaal toegewezen zijn in
de laadinfrastructuur.
Betekenisvolle voorbeelden van namen zijn:
^`r=
"Parkeerdek_4"
"ACU_42"
p`r=Eä~~ÇéìåíF=
„KP3_R2_S4_li (KP3 = parkeerterrein voor klanten 3, R2
= rij 2, S4 = zuil 4, li = linker laadpunt)
"Beethovenstraat_26_links"
Plannen en registreer de laadinfrastructuur als volgt:
1. Wijs een zinvolle en unieke naam toe aan de ACU in uw
laadinfrastructuur.
2. Wijs zinvolle en unieke namen toe aan de afzonderlijke
SCU's in uw laadinfrastructuur.
3. Noteer de namen van de ACU en de bijbehorende
SCU's voor de laadpunten.
4. Noteer de beschikbare aansluitcapaciteit van de
laadpunten of de groepering van individuele laadpunten
die verbonden zijn met een toevoerleiding.
De gegevens van de laadinfrastructuur zijn nu
geregistreerd.
Advertenties
Inhoudsopgave
