Inhoudsopgave
Advertenties
Bijlage 1
Voorschrift capillaire bloedafname
Kies een punctieplaats voor een capillaire afname.
• kinderen < 6 mnd.:
• kinderen > 6 mnd. en < 1 jaar: hiel- of vingerpunctie
• kinderen > 1 jaar:
• volwassenen:
Ontsmet de punctieplaats met een desinfectiemiddel en
wacht met prikken tot de vloeistof verdampt is.
Smeer, indien gewenst, de punctieplaats in met een
beetje vaseline.
Maak voor een vingerpunctie een incisie met een
contact activated lancet.
Maak voor een hielpunctie een incisie met een Quikheel
lancet.
Veeg de eerste bloeddruppel weg.
Vul vervolgens de capillair.
hielpunctie
vingerpunctie
vingerpunctie
Het vingerkootje ligt bij pasgeborenen tussen 1,2 en 2,2
mm. diep. Daarom mag pas na 6 maanden in een goed
vlezige vingertop geprikt worden. Het hielbeen ligt bij
pasgeborenen dieper dan 2,4 mm.
Zie ook opmerkingen 4 en 6.
Punctieplaats vinger:
Aan de palmaire kant van de vingertop van de tweede,
derde of vierde vinger, niet de pink of duim, bij diabetici
liever ook niet de wijsvinger.
Bij volwassenen aan de zijkant, bij kinderen in het
midden van de vingertop.
Punctieplaats hiel:
Aan de plantaire zijkant.
Druk uit de tube een beetje vaseline op een schoon
gaasje en smeer dit op de punctieplaats uit. Veeg
overtollige vaseline weg. Vaseline zorgt voor een mooie
druppel en voorkomt bijmenging met weefselvocht.
Er zijn 2 typen lancetten met verschillende incisiegrootte
en -diepte:
• roze: 1,8 mm
• blauw: 2,0 mm
Beide zijn geschikt voor de vingerpunctie, maar de roze
lancet is hoofdzakelijk bestemd voor een geringe
bloedafname.
Er zijn 2 typen Quikheel lancetten met verschillende
incisiediepte en -grootte:
• roze:
0,85 - 1,75 mm
• groen:
1,0 - 2,5 mm
Beide zijn geschikt voor een babyhiel, maar de roze
lancet is hoofdzakelijk bestemd voor bloedafname bij
prematuren.
Verwijder de eerste druppel bloed, die te veel
wondvocht bevat, met een schoon gaasje.
Advertenties
Inhoudsopgave
