Figuur 108
1. Bout
2. Afstandsstuk
3. Borgmoer
4. Veer
3.
Plaats het afstandsstuk en de veer op de
grasgeleider.
4.
Plaats het J-vormige uiteinde van de veer achter
de rand van het maaidek.
Opmerking:
Zorg ervoor dat het J-vormige
uiteinde van de veer is gemonteerd achter de
rand van het maaidek voordat u de bout plaatst
zoals wordt aangegeven in
5.
Monteer de bout en de moer.
6.
Plaats het J-vormige haakuiteinde van de veer
om de grasgeleider
Belangrijk:
De grasgeleider moet kunnen
draaien. Klap de geleider helemaal omhoog
en controleer of deze volledig omlaag draait.
5. Gemonteerde veer
6. Grasgeleider
7. J-vormig haakuiteinde van
veer
Figuur
108.
(Figuur
108).
Reiniging
Onderkant van het maaidek
reinigen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1.
Schakel de messchakelaar (aftakas) uit, zet de
rijhendels in de
en stel de parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
g015594
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Hef het maaidek op in de transportstand.
Afval afvoeren
Motorolie, accu's, hydraulische vloeistof en
motorkoelvloeistof verontreinigen het milieu. Verwijder
deze stoffen volgens de plaatselijke voorschriften.
71
VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND