Inhoudsopgave
Advertenties
SATEL
2. Sluit zoals aangegeven op de behuizing, de jaloezie / rolluik motoren en voedingskabels
aan op de aansluitklemmen.
Alle verbindingen moeten worden gemaakt zoals aanbevolen in paragraaf
"Aansluitschema".
3. Gebruik de aansluitklem om de KNX-buskabel op de module aan te sluiten.
4. Sluit een computer met het ETS-programma aan op de KNX-bus en configureer de
module.
Om de module te configureren hebt u een computer nodig met ETS-programmaversie
5.5 of nieuwer, voorzien van een USB- of Ethernet aansluiting (TCP/IP). Het SATEL
ETS- applicatie bestand, welke gedownload kan worden van www.satel.eu/ets, moet
in het programma worden geïmporteerd.
Raadpleeg voor een gedetailleerde informatie over het configureren van de module
paragraaf "De module configureren".
3.1
Aansluitschema
4. De module configureren
De bedrijfsparameters van de module worden gedefinieerd in het ETS-programma (versie
5.5 of hoger). De tabbladen voor het definiëren van individuele parameters worden
dynamisch opgebouwd bij gebruik van het programma. Overige parameters kunnen worden
weergegeven op de tabbladen of andere tabbladen kunnen worden weergegeven. Als u de
cursor over de parameter beweegt, wordt een knopinfo weergegeven met de
standaardwaarde of het waarde bereik voor die parameter.
KNX-BSA12L • KNX-BSA12H
7
Advertenties
Inhoudsopgave
