De eerste synthesizers waren in grote kasten opgebouwd m.b.v analoge scha-
kelingen en veel uitwendig aangebrachte draden om de verschillende synthe-
sizeronderdelen met elkaar te verbinden.
Door de opkomst van geïntegreerde schakelingen (chips) en digitale techniek
werden ze steeds kleiner en complexer en werd de bedrading vervangen door
een programma.
MIDI
Om verschillende synthesizers of synthesizeronderdelen met elkaar te kunnen
laten samenwerken, werd een soort synthesizertaal ontwikkeld genaamd MIDI
(Musical Instrument Digital Interface).
De woorden uit deze taal bestaan uit speciale codes. De ene code betekent
bijvoorbeeld hoe hoog een bepaalde toon moet zijn en een andere code
betekent bijvoorbeeld hoe lang die toon hoorbaar moet zijn. Een computer
kan deze codes nu eenvoudig op bijvoorbeeld zijn harde schijf opslaan in een
zogenaamd MIDI-bestand en dit bestand vervolgens naar een synthesizer
verzenden. Die synthesizer dient dan wel uitgerust te zijn met een zogenaamde
sequencer. Dit is een opname- en weergaveapparaat dat de ontvangen codes
op het juiste moment na elkaar uitvoert en het overeenkomstige synthesizer-
onderdeel activeert.
Een sequencer kan ook als softwareprogramma in een computer aanwezig
zijn. Er bestaan ook diverse computerprogramma's die een synthesizer kunnen
nabootsen. Vaak zijn geluidskaarten uit een computer standaard al voorzien
van een midi-interface (sequencer) en een al of niet complexe
geluidssynthesizer.
15