Al deze eigenschappen van een synthesizer zijn van buitenaf instelbaar of
programmeerbaar. Bijvoorbeeld de toonhoogte, de duur van een toon, de
verandering van toonhoogte, de verandering van de sterkte van een toon
en de instellingen van allerlei filters.
Eén van de belangrijkste basiseigenschappen van een geluid, waarmee bijna
alle muziekinstrumenten nagebootst kunnen worden, zijn de volgende 4
onderdelen: Attack, Decay, Sustain en Release.
Als je bijvoorbeeld één enkele snaar van een gitaar tokkelt, dan hoor je een
soort "ploink" geluid. Leg je vinger op de snaar en het geluid stopt.
Het geluid begint hard met de "pl" van "ploink" (Attack), zakt dan iets af
(Decay), duurt een tijdje (de "oin") (Sustain) en stopt dan als je de vinger op
de snaar legt ("k") (Release).
Door een toon te genereren en door de sterkte en de duur van deze 4
onderdelen op deze toon te variëren, kan de synthesizer bijna ieder
muziekinstrument nabootsen.
Door deze 4 onderdelen op een ruisgenerator toe te passen, kan bijna elk
soort slaginstrument nagebootst worden. Door het wijzigen van eigenschappen
van het filter, toegepast op een ruisgenerator kunnen bijvoorbeeld allerlei wind-
geluiden nagebootst worden.
Enkele van de meest voorkomende synthesizerbegrippen zijn:
• oscillator: dit is een geluidsgenerator die in toonhoogte en -sterkte
programmeerbaar is
• envelope: dit is de sterkte van het geluid in de loop van de tijd
• filter:
haalt bepaalde toonhoogtes uit het geluid weg of versterkt ze
• laagfrequente oscillator:
een langzaam "op en neer" bewegend signaal dat de toon-
hoogte of de sterkte van een toongenerator kan besturen. De
snelheid en de sterkte van dit „op- en neergaande" signaal is
instelbaar.
• Attack:
de "aanslag" of de opkomst van het geluid tot aan het hoogste
niveau.
• Decay:
het afzakken van het geluid tot een relatief constant niveau.
• Sustain:
de sterkte en lengte van het relatieve constante niveau.
• Release:
het afvallen van het geluid, totdat het verdwenen is
• Mixer:
om verschillende signalen samen te voegen.
• Versterker: om het zwakke elektronische signaal uit de synthesizer sterk
genoeg te maken om hiermee een luidspreker te kunnen laten
werken.
14