6 Breng
de
afdichtingskussens
kabeldoorvoer af te dekken.
A
B
a b
c
A
Buiten de unit
B
Binnen de unit
a
Kabel
b
Afdichtingskussen (accessoire)
c
Opening voor kabels
7 Breng het servicedeksel weer aan. Schuif het servicedeksel
terug en bevestig het met 2 schroeven.
Voorbeeld van een compleet systeem
1 gebruikersinterface bestuurt 1 binnenunit.
a
TO IN/D
TO OUT/D
N
L
N
L
N L
N L
P
P
F
F
T
T
P
P
F
F
1
2
1
2
1
2
1
2
1
b
P
P
P
P
1
2
1
2
c
a
Buitenunit
b
Binnenunit
c
Gebruikersinterface
d
Meest stroomafwaarts gelegen binnenunit
OPMERKING
Voor het gebruik van groepsbesturing en de bijbehorende
beperkingen, zie de handleiding van de buitenunit.
VOORZICHTIG
▪ Elke binnenunit moet op een aparte gebruikersinterface
worden aangesloten. Alleen een afstandsbediening die
compatibel is met het veiligheidssysteem kan als
gebruikersinterface worden gebruikt. Zie de technische
data
sheet
voor
afstandsbediening (bv. BRC1H52/82*).
▪ De gebruikersinterface moet in dezelfde kamer als de
binnenunit
worden
montagehandleiding en gebruiksaanwijzing van de
gebruikersinterface voor meer informatie.
VOORZICHTIG
Indien afgeschermde kabel wordt gebruikt, sluit de
afscherming alleen aan aan de kant van de buitenunit.
FXKA-A
VRV-systeemairconditioner
3P747532-2A – 2023.11
aan
(accessoire)
om
b
a
N
L
N
L
N L
N L
T
T
P
P
F
F
T
T
P
P
F
F
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
P
P
P
P
1
2
1
2
de
compatibiliteit
van
geplaatst.
Zie
de
15
Inbedrijfstelling
OPMERKING
Algemene
instructies voor inbedrijfstelling in dit hoofdstuk, is er een
algemene checklist inbedrijfstelling beschikbaar op het
Daikin Business Portal (authenticatie vereist).
De algemene checklist voor de inbedrijfstelling vormt een
aanvulling op de instructies in dit hoofdstuk en kan worden
gebruikt
als
rapporteringssjabloon
overhandiging aan de gebruiker.
OPMERKING
Laat de unit ALTIJD werken met de thermistoren en/of
druksensoren/-schakelaars. Zo NIET kan de compressor
vuur vatten.
15.1
Controlelijst voor de
inbedrijfstelling
1 Controleer na de installatie van de unit de hierna vermelde
punten.
d
2 Sluit de unit.
3 Schakel de unit in.
T
T
1
2
U hebt de volledige instructies voor installatie en gebruik
gelezen,
handleiding voor de installateur en de gebruiker.
De binnenunit moet juist gemonteerd zijn.
De buitenunit moet juist gemonteerd zijn.
De afvoerleiding is goed geïnstalleerd en geïsoleerd, en
het afvoerwater goed kan wegstromen. Controleer op
waterlekken.
Mogelijk gevolg: er kan condenswater naar beneden
druppelen.
De koelmiddelleidingen (gas en vloeistof) zijn goed
geïnstalleerd en thermisch geïsoleerd.
Er zijn GEEN koelmiddellekkages.
Er zijn GEEN ontbrekende fasen of omgekeerde fasen.
de
Het systeem is correct geaard en de aardingsklemmen
zijn vastgedraaid.
De zekeringen of lokaal geïnstalleerde beveiligingen zijn
de
overeenkomstig dit document geïnstalleerd en zijn NIET
overbrugd.
De voedingsspanning stemt overeen met de spanning
op het identificatieplaatje van de unit.
Er zijn GEEN losse aansluitingen of verbindingen of
beschadigde elektrische onderdelen in de schakelkast.
Er zijn GEEN beschadigde onderdelen of buizen die
tegen de binnenkant van de binnen- of buitenunit gedrukt
worden.
De afsluiters (gas en vloeistof) op de buitenunit staan
volledig open.
15 Inbedrijfstelling
checklist
inbedrijfstelling.
richtlijn
en
als
basis
tijdens
inbedrijfstelling
zoals
beschreven
in
de
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
Naast
de
voor
de
en
bij
uitgebreide
21