De ontvanger in- en uitschakelen
1.
Druk gedurende 3 seconden op de AAN/UIT-knop om de zender in te
schakelen.
● De ontvanger kan niet worden ingeschakeld als de batterij leeg is. Laad in
dit geval de batterij voordat u de ontvanger probeert in te schakelen.
Het uitgangsvolume kan worden aangepast door op de "+" en "-"
2.
knoppen te drukken. De laagste volume-instelling is 1, de hoogste is
16.
Stel om gehoorbeschadiging te voorkomen het volume van de
hoofdtelefoon op een laag niveau in voordat u de neklus
omhangt/hoofdtelefoon op uw hoofd zet.
3.
De ontvanger uitschakelen: houd na gebruik de AAN/UIT-knop 3 seconden
lang ingedrukt om de ontvanger uit te schakelen.
Controles vooraf
Gebruik de volgende methode om vast te stellen of interferentie de gebruikte
frequentie beïnvloedt:
1.
Schakel de CM-2 zender uit.
2.
Sluit de neklus of hoofdtelefoon aan op de ontvanger en schakel de
ontvanger in. De kabel van de neklus/hoofdtelefoon werkt als een antenne.
Kijk naar de signaalsterkte-indicator boven het antennesymbool. Als er geen
signaal wordt aangeduid, is de gebruikte frequentie storingsvrij (figuur 33).
Er is een interferentiesignaal aanwezig als een zendsignaal wordt aangeduid
(figuur 34). Selecteer een andere frequentie (zie pagina 75).
Nederlands 74
Fig. 33)
Fig. 34)