10
5. Bediening
De sonde in het te meten medium dompelen/steken.
- De gemeten pH- en temperatuurwaarde verschijnen op het-
scherm.
De meetwaarden worden twee maal per seconde geactuali-
seerd.
De meetwaarde manueel vasthouden:
De meting opnieuw starten:
- Indien Auto-Hold is aangeschakeld, knippert AUTO HOLD,
tot een stabiele pH-meetwaarde bereikt is. De meetwaarde
wordt dan 5 min. vastgehouden op het scherm (AUTO
HOLD verschijnt). Indien na 300 sec de pH-meetwaarde
nog niet stabiel is, wordt de meting stopgezet ( en AUTO
HOLD verschijnen op het scherm).
De meting opnieuw starten:
De meting beëindigen
1 Meetinstrument uitschakelen:
2 De pH-sonde met een weinig geconcentreerde zeep reini-
gen en nadien met leidingwater afspoelen (watertemperatuur
<40°C). Met een papieren doek droogdeppen, niet wrijven!!
3 De sonde in de met elektrolyt-gel gevulde bewaringskap ste-
ken.
De sondespits moet in de elektrolyt-gel gedompeld zijn. De
elektrolyt-gel steeds schoon houden.
5.4 Meetinstrument kalibreren
Volg eveneens de richtlijnen van de bufferoplossing (testo-buf-
fer: zie etiket).
Bij het kalibreren is het belangrijk dat de glassonde niet met
het kunststof van de fles in aanraking komt. Het instrument niet
in de fles laten staan omdat er anders kalibreerafwijkingen van
meer dan ±0.4 pH kunnen ontstaan.
Het meetinstrument is aangeschakeld en bevindt zich in het
meetmenu.
1 Het kalibratiemenu openen:
- Kalibratiepunt (4, 7 of 10) verschijnt en CAL knipper.
2 Naar een volgend kalibratiepunt gaan:
-of-
ON/HOLD
ON/HOLD
.
ON/HOLD
ON/HOLD
ingedrukt houden.
CAL
.
MODE
.
.
.