Inhoudsopgave
Advertenties
sleutel ontgrendelen.
f Vergrendeling door druk openen.
f Behuizingsdeksel naar onder zwenken.
5.4 Apparaat voorbereiden
Bij het aansluiten van het apparaat op de vol-
T
gende punten letten:
„ Er mogen geen andere stroomcircuits op dit
apparaat worden aangesloten.
„ De eventueel vereiste aardlekschakelaar (FI)
moet door de opdrachtgever worden geleverd.
„ De eventueel vereiste leidingveiligheidsscha-
kelaar (LS) moet door de opdrachtgever
worden geleverd. Betrouwbare leidingveilig-
heidsschakelaar: B6 (maximaal 6A)
De aansluiting moet in beschermingsklasse 2 con-
form
DIN EN 60950 zijn uitgevoerd.
f Neem bij de installatie de geldende eisen in
acht voor de naleving van
beschermingsklasse 2 met functionele aarding.
Abb.: 7. Openingen toevoerleiding
f Openingen voor de kabelinvoering kiezen en met het
geschikte gereedschap openen. Om schade aan de
behuizing te voorkomen, openingen aan de achterkant
alleen uitsnijden.
f Voedingsleiding en eventuele data- en stuurleidingen
op de betreffende posities plaatsen. Voor de elektrische
10
aansluiting is, afhankelijk van de keuze van de invoering,
in het laadstation maximaal 40 cm kabel nodig.
f Breng de meegeleverde membraanafsluiting in de
hiervoor bedoelde opening in de behuizing aan.
f Toevoerleiding door de membraanschroefverbinding in
de behuizing voeren.
5.5 Apparaat monteren
Abb.: 8. Boormaten
f Bevestigingsgaten markeren.
f Boor de gaten in de wand en houd hierbij de diameter
aan, die voor het gekozen bevestigingsmateriaal beoogd
is.
f Bevestig het apparaat met de meegeleverde pluggen en
schroeven aan de wand.
f Apparaat op een vaste en veilige bevestiging controleren.
f Schroeven in de behuizing met de meegeleverde
sluitstop afdekken.
Advertenties
Inhoudsopgave
