3. Collector afmeting / doorstroming van het water
3.1 Afmeting
Een enkele collector mag niet groter zijn dan 50m². Bij grotere afmetingen meerdere collectoren parallel schakelen.
In zoverre bijkomende info gewenst, gelieve u te wenden tot de klantendienst of uw verdeler.
Hoe langer de collector is, hoe meer de uitzetting of inkrimping is. Men dient er daarom op te letten dat de
collector onder invloed van de temperatuur voldoende ruimte heeft om uit te zetten of in te krimpen. Indien hier
niet op gelet wordt kan dit beschadiging aan de collector veroorzaken. Let er verder op dat de bewegingen in de
collector de dakbedekking niet kunnen beschadigen. Leg onder de overeenkomstige plaatsen een toepasselijke
glijbescherming.
3.2 Doorstroming van het water
2.
Water volgt altijd de weg van de
minste weerstand. Plaats de
collector zo dat het water erin
kan stromen en de lucht eruit
gedrukt kan worden. Zo loopt
uw collector volledig vol en kan
de opgenomen warmte goed aan
het water worden doorgegeven.
Zo !
erin
Zo !
erin
Zo !
erin
Zo !
Knik
erin
Ingesloten lucht
Zo niet!
Zo niet !
Zo niet !
erin
4. Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag alleen door een erkende vakman worden uitgevoerd!
Uw electrische installatie moet aan de IEC 364/VDE 0100 norm voldoen en uw stopcontact moet voorzien zijn van een aardingsklem.
De elektrische installatie moet volgens de norm EN 335-2-41 beveiligd zijn met een 30mA verliesstroomschakelaar.
Wendt u tot uw elektriciteitsinstallateur. Elektrische aansluitingen en installaties mogen alleen door hem uitgevoerd
worden.
Houdt u aan de veiligheidsvoorschriften van de fabrikant van de pomp. De pomp moet volgens de norm IEC 364-7-702 /
NFC 15.100 paragraaf 702 geïnstalleerd worden op een plaats waar ze niet nat kan worden en die buiten de 3m
veiligheidszone gerekend vanaf de zwembadrand gelegen is of in een aangrenzende door een afsluitbare deur of bodemluik
toegankelijke ruimte. De aansluiting tussen pomp en zwembad moet worden uitgevoerd in leidingen vervaardigd uit een
elektrisch isolerend materiaal zoals bijv. PVC leidingen of andere kunststof aanzuig- en retourleidingen.
Toestel alleen in een droge ruimte gebruiken!
3.
Watersensor niet in de zon plaatsen – de opwarming geeft een verkeerde meting.
Bij bevriezingsgevaar water uit de zonnesturingskraan laten.
Het is levensgevaarlijk het toestel te openen omdat de voeding 230 V bedraagt.
Toestel alleen in een droge gas- en dampvrije ruimte gebruiken.
4.
®
Het ROOS
Solar-Systeem
De solar-rapid
Montage en gebruiksaanwijzing
eindkap
doorstroming
altijd diagonaal
inloop
onder
doorstroomhoeveelheid:
min.: per m
norm.: per m
max.: per m
Schuine opstelling van de collector.
eruit
Vlakke collector opstelling.
Om het water gelijkmatiger te verdelen en de lucht gemakkelijker
te kunnen afvoeren moet de collector aan de afvoerzijde iets
eruit
omhoog gelegd worden door er iets onder te steken.
Vlakke opstelling met gedeelte schuin naar boven.
eruit
Schuin naar boven en daarna vlak.
eruit
Aan de afvoerzijde moet ook hier de collector iets omhoog
gelegd worden. Men moet ervoor waken dat in de knik de
zonnebuizen niet omhoog komen te liggen.
Foutieve opstelling !
Hier blijft de lucht in de collector zitten, en het water kan de
warmte niet meevoeren.
eruit
®
Collector
uitloop
boven
eindkap
2
3
0,125m
/h
2
3
0,250m
/h
2
3
0,350m
/h
www.roos-system.com
Meerdere kleine collectoren op verschillende
dakvlakken, totaal oppervlak <50m
Bij dit aansluitschema
dient men er vooral
op te letten dat T-1
op het diepste punt
in de toevoer moet
zijn, T-2 moet op het
hoogste punt in de
terugvoer zijn.
De aansluiting van de buizen gebeurt volgens het
Tichelman systeem: de doorsneden van aan- en
afvoerleidingen moeten gelijk zijn om de
doorstroom weerstand overal hetzelfde te houden.
telkens
1 kogelkraan
per collector
Een andere optie is om voor elke collector
een kogelkraan te installeren.
Zo kunnen, indien nodig, identieke
doorstromingsweerstanden door afstelling
bekomen worden.
hoogste
punt
Indien meerdere collectoren in serie
geplaatst worden, geldt voor elke collector
punt 3.2
De solar-rapid
2
diepste
punt
Pag. 5
®
Collector