Onderhoud
Inspectie en onderhoudsmaatregelen
Intervallen
Handelingen
Functiecontrole van de externe rookmelder
Functionering volgens de regels
Brandklep sluit na het bedienen van de testknop of bij het detecteren van
rook
Brandklep opent, na een reset
–
–
C
Schoonmaken van de brandklep
Geen inwendige of uitwendige vervuilingen aan de brandklep
Geen roestvorming aan de brandklep
–
–
Functie eindschakelaar
Functionering volgens de regels
–
Functionering van de externe signalering (klepstandsignalering)
Functionering volgens de regels
–
Intervallen
A = Ingebruikname
B = Periodiek
Het functioneren van de brandkleppen moet minimaal ieder halfjaar gecontroleerd worden. Wanneer bij twee
halfjaarlijkse controles geen functioneringsgebreken zijn geconstateerd, mogen de controles een interval van
een jaar krijgen. Bij brandkleppen met een veerretourmotor kan het testen van de functionering ook op
afstand (door een geautomatiseerde stuureenheid) plaatsvinden. De intervallen van de controles kunnen
dan, onder de verantwoording van de gebruiker, vastgelegd worden.
C = wanneer noodzakelijk
Testmoment
Beschrijving van de oorspronkelijke situatie
–
Maatregelen voor het herstellen van de oorspronkelijke situatie
244
Fouten opsporen en verhelpen
Rookmelder resetten of vervangen
Verontreinigingen met een vochtige doek verwijderen
Corrosie verwijderen of het bouwdeel vervangen
Eindschakelaar uitwisselen
Fouten opsporen en verhelpen
Brandklep Serie FK2-EU
Personeel
Vaklieden
Vaklieden
Vaklieden
Vaklieden