e
xTra veIlIgheIdsvoorschrIfTen
Denk er steeds aan dat:
•
bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden de machine «UIT» staat en de spanningsloos is,
•
ingespannen werkstukken uitsluitend bij een uitgeschakelde machine opgemeten mogen worden.
Ga niet over de machine heen hangen, let op bij loshangende kleding, stropdassen, hemdsmouwen, sieraden e.d.
en draag een haarnetje. Verwijder geen beveiligingen of beschermkappen van de machine (werk nooit met een
openstaande beschermkap).
Bij het werken met grof materiaal dient er gebruik te worden gemaakt van een veiligheidsbril.
Bramen dienen uitsluitend met een handveger e.d. te worden verwijderd, doe dit nooit met de handen.
Laat de machine nooit onbeheerd achter.
2. g
ebruIksvoorschrIfTen
Lees de veiligheidsvoorschriften zorgvuldig door en houd u hieraan. Bestudeer de toepassingsmogelijkheden en
beperkingen van de machine en wees alert op mogelijke gebruiksrisico's.
Draag altijd een veiligheidsbril!
Let op: deze kolomboormachine is alleen geschikt voor het gebruik met boorijzers. Het gebruik van andere
accessoires kan gevaarlijk zijn.
•
Juiste boorsnelheden: factoren die de juiste snelheid voor boorbewerkingen bepalen zijn: het te bewerken
materiaal, de grootte van het gat, soort boor en de gewenste kwaliteit van het resultaat. Hoe kleiner de boor, des
te groter het vereiste toerental. Voor zachte materialen moet de snelheid hoger zijn dan voor harde metalen.
•
Boren in metaal: gebruik klemmen om het werkstuk vast te zetten bij het boren in metaal. Het werkstuk mag
nooit met de hand worden vastgehouden; de boorgroeven kunnen het werkstuk ieder moment grijpen, vooral
bij het uitbreken van het werkstuk. Als het werkstuk uit de hand van degene die de machine bedient wordt
geslingerd, kan hij gewond raken, en zal de boor in ieder geval breken als het werkstuk tegen de kolom slaat.
•
Het werkstuk moet stevig vastgezet worden tijdens het boren: kantelen, draaien, of verschuiven resulteert niet
alleen in een ruw boorgat, maar verhoogt ook het risico op afbreken van de boor. Vlak werk op een houten
ondergrond plaatsen en vastklemmen op de tafel, om draaien te voorkomen. Als het werkstuk onregelmatig van
vorm is en niet vlak op de tafel gelegd kan worden, moet het stevig vastgezet en vastgeklemd worden.
•
De boorkop moet stevig vastgezet worden op de spindel, zodat hij niet kan losschieten.
•
Verwijder de boorkopsleutel na het verstellen.
•
Bij het vastzetten, aansluiten of heraansluiten van de motor mag het apparaat niet op een stroombron
aangesloten zijn.
•
Veranker de machine bij voorkeur in de bodem om omkantelen, schuiven of wegtrillen te voorkomen.
•
De vastzetschroeven van de kop moeten stevig worden aangedraaid vóór het gebruik van de machine.
•
De machine moet met een stroomonderbreker of een vertragingszekering zijn afgezekerd.
•
Bevestig de boormachine aan de vloer of een werkbank voordat u de machine gaat gebruiken.
•
Gebruik alleen de boorkopsleutel die bij deze machine hoort.
3. o
pbouw
Pak de doos uit en controleer uw machine op de volgende onderdelen:
Afb. A
Hoofdonderdelen
1
Kop
2
Kolom met flens
3
Arm van tafel + bracket
4
Tafel
5
Voetplaat
Als u ontdekt dat er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn, neem dan contact op met uw dealer voor
vervanging.
Aantal
1
1
1
1
1
WIJZIGINGEN EN T YPEFOUTEN VOORBEHOUDEN
9