Functiebeschrijving voor de ingangen
Werking
De schakelactor heeft twee secundaire ingangen, waarvan ingang 1 afhankelijk van de parametrering direct op
de schakeluitgang (lokale bediening) of als alternatief beide ingangen als onafhankelijke binaire ingagnen op de
Instabus KNX/EIB kunnen werken.
In de uitleveringstoestand (niet geprogrammeerde actor) werkt de secundaire ingang 1 direct op de
schakeluitgang. Op die manier kan de actor al "op de bouwplaats" alleen door het activeren van de busspanning
en zonder gebruik van andere sensoren in bedrijf worden gesteld en bediend.
Werking op de schakeluitgang
De secundaire uitgangen werken uitsluitend intern direct op de schakeluitgang van de actor. De ingang 1
bedient de schakeluitgang 1. De ingang 2 heeft in dit geval geen functie. Daarbij wordt de "flankverwerking van
de nevenaansluitingsingang" door een afzonderlijke parameter gedefinieerd, zodat een kop of een schakelaar
kan worden aangesloten. De relaisuitgang werkt rekening houdend met deze parameter conform de parameter
van het relaisbedrijf als maakcontact (M) of verbreekcontact (V) als volgt:
Flankverwerking
Knop
(stijgend: OM / dalend: ---)
Schakelaar
(stijgend: AAN / dalend: UIT)
Schakelaar
(stijgend: OM / dalend: OM)
*: De objectwaarde van het schakelenobject (objectnummer "0") wordt omgeschakeld. Een maakcontact
wordt bij "1" gesloten en bij "0" geopend. Een verbreekcontact wordt bij "0" gesloten en bij "1" geopend.
Bij directe werking beschikken de secundaire ingangen niet over eigen parameters, zodat de parameterkaarten
voor de ingangen niet worden weergegeven.
Na terugkeer van de busspanning reageert de actor pas dan op de toestandswisseling van de secundaire
signalen, wanneer de geparametreerde tijd voor de "Vertraging bij busspanningsterugkeer" is afgelopen.
Binnen de vertraging worden op de ingangen actieve flanken resp. signalen niet verwerkt en verworpen. De
vertragingstijd wordt algemeen voor alle ingangen en ook voor de uitgang geparametreerd.
Het is mogelijk, een algemene begrenzing van de telegramfrequentie te parametreren. In dit geval wordt na
terugkeer van de busspanning binnen de eerste 17 s bijvoorbeeld bij een aansturing via de secundaire
ingangen en een vrijgegeven schakelstatusterugmelding van de uitgang geen telegram op de Instabus
verzonden.
Werking gescheiden op de bus
De ingangen van de schakelactor werken onafhankelijk van de schakeluitgang en onderling gescheiden op de
Instabus KNX/EIB. Afhankelijk van de parametrering kunnen voor iedere ingang de functies "Schakelen",
"Dimmen", "Jaloezie" of "Sensor" worden ingesteld (zie "Parameterbeschrijving"). Bij de instelling "geen functie"
is de betreffende ingang uitgeschakeld.
Bij de instelling "Schakelen" kan een nevenaansluitingsobject via groepsadressen met het object van de
schakeluitgang worden verbonden. Daardoor kan de actor ook bij de werking van de secundaire signalen op de
bus via de eigen ingangen worden aangestuurd (bijv. bij de groepsbesturing van meerdere schakelactoren).
De op de vogende pagina's volgende functiebeschrijving van de ingangen is alleen geldig bij een werking van de
secundaire aansluitingen op de bus!
Product Manual
ABB i-bus
Contact op ingang
Gesloten (stijgende flank)
Geopend (dalende flank)
Gesloten (stijgende flank)
Geopend (dalende flank)
Gesloten (stijgende flank)
Geopend (dalende flank)
Gesloten (stijgende flank)
Geopend (dalende flank)
®
KNX
Bedrijf
Relais-schakeltoestand
M/V
Contact schakelt OM *
M/V
Geen reactie
M
Contact sluit
M
Contact opent
V
Contact opent
V
Contact sluit
M/V
Contact schakelt OM *
M/V
Contact schakelt OM *
Pagina: 8 van 32
Software-beschrijving