Minimale luchtrecirculatie tijdens de opslag van:
9.2. OPMERKINGEN VOOR BRANDWERENDE MANCHETTEN •
LUCHTROOSTERS • BRANDBEVEILIGINGSKLEPPEN
OPMERKING voor montage van de brandwerende manchetten, ventilatieopeningen en brand-
beveiligingskleppen
De brandwerende manchetten, ventilatieopeningen of brandbeveiligingskleppen worden om
transportredenen niet in de fabriek gemonteerd en worden met de kast meegeleverd.
›
De brandbeveiligingskleppen/-manchetten zijn ook een beslissende factor voor de geteste brandwerend-
heid van de kasten in geval van brand!
›
Het is daarom essentieel dat deze worden aangebracht op de openingen voor luchttoevoer en -afvoer
nadat de veiligheidsopslagkast is geïnstalleerd op de plaats van gebruik.
›
De brandwerende manchetten, ventilatieopeningen of brandbeveiligingskleppen moeten ook worden
geïnstalleerd als er geen technische ventilatie voor de veiligheidskast mag plaatsvinden!
›
Brandwerende afdichtingen in de gaten mogen niet worden verwijderd! De aansluiting op een technisch
luchtafvoersysteem gebeurt altijd bij het aansluitstuk / brandbeveiligingsklep aan de rechterkant (van
voren gezien).
9.3. BRAND BESCHERMHOES
VOOR DE MODELLEN:
G90.205.140
G90.205.120
4×
(4×30 mm)
9.4. MONTAGE VAN DE VENTILATIEOPENINGEN
Voor de modellen:
G90.205.090
G90.205.060(2F)
4×
(4×30 mm)
4×
(5×25 mm)
4×
(5×25 mm)
NL
13