Werkonderbreking :
Laat de gazonbeluchter nooit zonder toe-
zicht achter op de werkplek.
v Als u het werk onderbreekt, zet de gazon-
beluchter dan op een veilige plaats.
Stekker uit het stopcontact halen!
v Als u het werk onderbreekt om op een
andere plaats verder te gaan, zet de gazon-
beluchter dan tijdens het verplaatsen altijd
uit. Zet de slijtagecompensatiehendel op
transportstand.
3. Werking
Op de juiste manier
beluchten :
4. Montage
30
Als u bij het gazonbeluchten op een obsta-
kel stoot :
1. Zet de gazonbeluchter buiten werking.
2. Verwijder het obstakel.
3. Controleer het apparaat op eventuele
beschadigingen en laat het eventueel
repareren.
De gazonbeluchter dient voor het verwijderen van verviltingen en
mos in het gazon, evenals voor het doorsnijden van de wortels
van kruipend onkruid.
Om een verzorgd gazon te behouden raden wij u aan het gazon
afhankelijk van de toestand iedere 4 - 6 weken te beluchten.
v Maai eerst het gazon op de gewenste hoogte. Dat is in het
bijzonder bij hoog gras (vakantiegazon) aan te bevelen.
Aanbeveling : Hoe korter het gras afgesneden wordt, des
te beter kan het belucht worden, des te minder wordt het
apparaat belast en des te langer is de levensduur van de
beluchtingswals.
Te lang op één plek blijven met draaiend apparaat of beluchten als
de bodem nat of te droog is kan de grasnerf beschadigen.
v Duw voor een goed resultaat de gazonbeluchter met aangepa-
ste snelheid in zo recht mogelijke banen.
Voor een volledige beluchting moeten de banen elkaar raken.
v Het apparaat steeds in een gelijkmatig tempo, afhankelijk van
de toestand van de grond, leiden.
v Bij het werken op hellingen altijd dwars op de helling werken
en op een veilige en stevige stand letten. Werk niet op zeer
steile hellingen.
Struikelgevaar !
Wees bijzonder voorzichtig bij het achteruitlopen en bij het
voorttrekken van de machine.
Bij het beluchten van gedeeltes met veel mos wordt aanbevolen
daarna het gazon bij te zaaien. De door het mos verdrongen gras-
oppervlakte kan zich daardoor sneller herstellen.
Struikelgevaar !
A
V Bij de montage niet aan het aansluitsnoer
trekken.
8