7.4 Verstellen van automatische wielvergrendeling
De lift is voorzien van een automatische wielvergrendeling (11). De
wielvergrendeling bestaat uit een kabel die omlaag wordt gedrukt
door een verstelbare kabeldrukker. De kabeldrukker (9) zit onder de
platformvloer (zie de afbeelding hieronder). Na een bepaalde periode
van gebruik kan de kabel uitrekken en moet de kabeldrukker worden
bijgesteld naar beneden toe (als de kabeldrukker de kabel niet
voldoende omlaag drukt om de wielvergrendeling uit te schakelen).
Dit kan worden opgelost door de twee inbusbouten los te draaien en
de kabeldrukker naar beneden toe bij te stellen.
Zorg ervoor dat u de kabeldrukker NIET TE VER bijstelt, omdat
de kabel dan te strak kan staan en eraf kan gaan. Stel de
kabeldrukker naar beneden toe bij in stappen van 2 mm en
breng na iedere stap het platform omlaag naar de laagste stand
om te controleren of de wielvergrendeling wordt uitgeschakeld
en de lift kan worden verplaatst.
14