Inhoudsopgave
Advertenties
6. GEBRUIK
Alle veiligheidsvoorschriften, gebruiksinstructies, etiketten en
nationale veiligheidsvoorschriften/-eisen moeten zorgvuldig
worden gelezen, begrepen en nageleefd.
6.1 Controles voor de start
1. Controleer de lift op beschadigingen die van invloed kunnen zijn
op de veiligheid.
2. Controleer of de accu's zijn opgeladen (10). Het lampje van de
acculader moet groen zijn. LET OP! Voor het aflezen van de
status moet de laadkabel (14) zijn aangesloten.
3. Haal de stekker (14) eruit om de lift te gebruiken.
4. Controleer de werking van de automatische wielvergrendeling
(11). Het moet niet mogelijk zijn om de lift te verplaatsen als het
hefplatform omhoog is.
5. Controleer de werking van de wielremmen bij de zwenkwielen (4).
6.2 Hoofdschakelaar (18)
De hoofdschakelaar van de lift moet geactiveerd zijn als de lift wordt
gebruikt. Zet om elektriciteit te besparen steeds de hoofdschakelaar
uit wanneer de lift niet in gebruik is.
6.3 Contactslot (16)
Het contactslot moet in de ON-stand staan als de lift wordt gebruikt
en in de OFF-stand als de lift vergrendeld is.
6.4 Platform omhoog en omlaag (17)
Druk op het bovenste deel van de bedieningsknop om het
platform omhoog te brengen. Druk op het onderste deel van de
bedieningsknop om het platform omlaag te brengen.
6.5 Schakelaar acculader (20)
De schakelaar moet in stand "1" staan bij het opladen van accu's.
LET OP! Als er geen accu's worden opgeladen, moet de schakelaar
in stand "0" staan omdat er anders stroom wordt verbruikt.
6.6 Kantelindicator (21)
De lift is voorzien van een kantelindicator (waterpas) waarmee de
gebruiker kan controleren of de lift alleen wordt gebruikt op een
vlakke ondergrond. Als de luchtbel in het midden van de waterpas
staat, kan de lift veilig worden gebruikt. De maximaal toegestane
10
Advertenties
Inhoudsopgave
