Een beeldscherm aansluiten
Als u de presentatie zowel op een beeldscherm als op het scherm wilt zien, kunt u het MONITOR-OUT-
signaal van de projector aansluiten op een extern beeldscherm.
De projector verbinden met een beeldscherm:
1.
Neem de meegeleverde computerkabel en sluit een zijde ervan aan op de D-Sub-uitvoeraansluiting
van de computer.
2.
Sluit het andere uiteinde van de computerkabel aan op het COMPUTER-1-signaal van de projector.
3.
Pak een andere computerkabel en sluit deze aan op het beeldscherm en op de MONITOR-OUT-
uitgang van de projector.
4.
Als u de projectorluidspreker bij uw presentaties wilt gebruiken, neemt u een geschikte audiokabel
(verkrijgbaar in de handel) en sluit u één zijde van deze kabel aan op de audio-uitvoeraansluiting van
de computer en de andere zijde op de AUDIO IN-aansluiting van de projector.
5.
Wanneer u dat wenst, kunt u een andere geschikte audiokabel gebruiken en een uiteinde van de kabel
aansluiten op de AUDIO OUT-aansluiting van de projector en het andere uiteinde op uw externe
luidsprekers (niet meegeleverd).
Als het audiosysteem is aangesloten, kan dit via de schermmenu's (OSD) van de projector worden
bediend. Zie
Het uiteindelijke pad voor de aansluiting dient eruit te zien zoals staat aangegeven in het volgende
schema:
Laptop of desktopcomputer
Afhankelijk van het ingangssignaaltype en het kabeltype wordt het beeld wellicht niet correct
weergegeven.
Videobronapparaten aansluiten
U kunt uw computer met verschillende videobronapparaten verbinden die over één van de volgende
aansluitingen beschikken:
•
HDMI/MHL
•
Componentvideo
•
S-Video
•
Video (composiet)
U dient de projector alleen aan te sluiten op een videobronapparaat via één van de bovenstaand
aangegeven aansluitmethodes. Elke aansluiting levert echter een andere videokwaliteit. De methode die u
kiest, is waarschijnlijk afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en
het videobronapparaat zoals onderstaand wordt beschreven:
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) ondersteunt ongecomprimeerde videogegevensoverdracht
tussen compatibele toestellen, zoals DTV-tuners, dvd-spelers en beeldschermen, via één enkele kabel. Het
levert puur digitaal kijkplezier. Zie
de manier waarop u de projector op een HDMI-apparaat moet aansluiten.
Digitale tv-tuners en DVD-spelers geven componentvideo in native-modus weer. Wanneer deze modus op
uw apparaten aanwezig is, dient u aan deze aansluitmethode de voorkeur te geven boven
(composiet)video. Zie
over de manier waarop u de projector op een component-videoapparaat moet aansluiten.
"Het geluid aanpassen" op pagina 49
"Een HDMI-apparaat aansluiten" op pagina 30
"Een component-videobronapparaat aansluiten" op pagina
voor meer details.
Audiokabel (optioneel)
Computerkabel
(meegeleverd)
Luidsprekers
Beeldscherm
Audiokabel
(optioneel)
Computerkabel
voor informatie over
31" voor informatie
29