Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Trotec BE47 Bedieningshandleiding pagina 7

Inhoudsopgave

Advertenties

Doorgaans ontstaat zonder hoge stoorsignaalniveaus op de
werkplek, evenals bij het kortsluiten van de meetingang direct
een nul-weergave, resp. een exacte meetwaardeweergave bij
het aansluiten van het meetobject. Schommelingen in de
weergave met enkele digits, zijn onvermijdbaar door het
systeem en liggen binnen de tolerantie.
Is het weerstandsmeetbereik, het doorgangstestbereik of
diodentest gekozen, verschijnt bij open meetingang het
overloopsymbool.
Gelijkspanning meten
Waarschuwing voor elektrische spanning
Er bestaat gevaar voor een elektrische schok bij
ondeskundig gebruik van het meetapparaat!
Volg vóór elke spanningsmeting de volgende aanwijzingen op:
• Leg tussen de aansluitingen resp. tussen de aansluitingen
en aarde nooit een spanning aan die hoger is dan de
opgegeven netspanning van het meetapparaat (zie opdruk
op de behuizing).
• Controleer de meetsstiften op beschadigde isolatie en
doorgang. Vervang beschadigde meetstiften.
• Controleer de isolatie van de aansluitbussen van het
meetapparaat.
• Contoleer voor het gebruik de werking van het
meetapparaat, door een meting bij een bekende spanning
uit te voeren.
• Sluit als eerste de aan massa liggende meetstift aan en
pas daarna de stroomvoerende meetstift. Ga bij het
verwijderen van de meetstiften in omgekeerde volgorde te
werk, d.w.z. dat u eerst de stroomvoerende meetstift
verwijdert.
• Controleer voor elke spanningsmeting of het meetapparaat
zich niet in het stroommeetbereik bevindt.
• Toont het apparaat direct na het aansluiten op het
meetobject een meetbereikoverschrijding (OL), schakel
dan eerst de stroomkring op het meetobject uit en
verwijder daarna meteen de meetstiften van het
meetobject.
• Schakel tijdens de meting binnen de meetkring geen
motoren in of uit. Door in- en uitschakelprocedures
ontstane spanningspieken kunnen het meetapparaat
beschadigen.
1. Schakel de draaischakelaar naar het hoogste V DC
spanningsmeetbereik.
2. Steek de stekker van het zwarte meetsnoer in de
meetaansluitbus COM en de stekker van het rode
meetsnoer in de meetaansluitbus V/Ω/mA.
3. Verbind beide meetstiften met de juiste polen met het
meetobject (zwart aan min, rood aan plus).
ð Bij een negatieve ingangsspanning verschijnt op het
display een min (-) voor de meetwaarde.
ð De meetwaarde wordt op het display weergegeven.
NL
4. Schakel de draaischakelaar naar de positie die het dichtst
in de buurt ligt van de afgelezen waarde, echter niet lager
ligt.
ð De meetwaarde wordt op het display weergegeven.
Wisselspanning meten
Waarschuwing voor elektrische spanning
Er bestaat gevaar voor een elektrische schok bij
ondeskundig gebruik van het meetapparaat!
Volg vóór elke spanningsmeting de volgende aanwijzingen op:
• Leg tussen de aansluitingen resp. tussen de aansluitingen
en aarde nooit een spanning aan die hoger is dan de
opgegeven netspanning van het meetapparaat (zie opdruk
op de behuizing).
• Controleer de meetsstiften op beschadigde isolatie en
doorgang. Vervang beschadigde meetstiften.
• Controleer de isolatie van de aansluitbussen van het
meetapparaat.
• Contoleer voor het gebruik de werking van het
meetapparaat, door een meting bij een bekende spanning
uit te voeren.
• Sluit als eerste de aan massa liggende meetstift aan en
pas daarna de stroomvoerende meetstift. Ga bij het
verwijderen van de meetstiften in omgekeerde volgorde te
werk, d.w.z. dat u eerst de stroomvoerende meetstift
verwijdert.
• Controleer voor elke spanningsmeting of het meetapparaat
zich niet in het stroommeetbereik bevindt.
• Toont het apparaat direct na het aansluiten op het
meetobject een meetbereikoverschrijding (OL), schakel
dan eerst de stroomkring op het meetobject uit en
verwijder daarna meteen de meetstiften van het
meetobject.
• Schakel tijdens de meting binnen de meetkring geen
motoren in of uit. Door in- en uitschakelprocedures
ontstane spanningspieken kunnen het meetapparaat
beschadigen.
1. Schakel de draaischakelaar naar het hoogste V AC
spanningsmeetbereik.
2. Steek de stekker van het zwarte meetsnoer in de
meetaansluitbus COM en de stekker van het rode
meetsnoer in de meetaansluitbus V/Ω/mA.
3. Verbind beide meetstiften met de juiste polen met het
meetobject (zwart aan min, rood aan plus).
ð Bij een negatieve ingangsspanning verschijnt op het
display een min (-) voor de meetwaarde.
ð De meetwaarde wordt op het display weergegeven.
4. Schakel de draaischakelaar naar de positie die het dichtst
in de buurt ligt van de afgelezen waarde, echter niet lager
ligt.
ð De meetwaarde wordt op het display weergegeven.
multimeter BE47
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave