Inhoudsopgave
Advertenties
Elektrische installatie uitvoeren
– Wanneer de noodkoelfunctie via de ModBus-interfa-
NL
ce wordt geactiveerd (zie paragraaf 5.3.4 "ModBus"),
neem dan de gewijzigde maximale aansluitgegevens
op het typeplaatje van de ventilatorfabrikant in acht.
– De elektrische aansluiting en reparaties mogen alleen
door erkende vaktechnici worden uitgevoerd.
– Gebruik uitsluitend originele reservedelen!
– Installeer als kortsluitbeveiliging voor de ventilator
de op het typeplaatje vermelde voorzekering (be-
veiligingsautomaat of smeltzekering). Bij gebruik
van meerdere ventilatoren achter één ander, dient
rekening te worden gehouden met de totale aansluit
waarde.
– De luchtstromings- en draairichting is steeds aange-
geven met een pijl op het motorhuis.
– Bij het ontbreken van een fase schakelt de ventilator
niet in. Bij een onjuist draaiveld draait de ventilator
achteruit.
4.4.2
Overspanningsbeveiliging en netbelasting
De warmtewisselaar beschikt niet over geen een
overspanningsbeveiliging. De gebruiker dient aan de
netzijde maatregelen t.b.v. een effectieve bliksem- en
overspanningsbeveiliging e treffen. De netspanning
mag de tolerantie van ±10 % niet overschrijden.
4.4.3
Aardaansluiting
Een aardverbinding is niet nodig omdat de EC-ventila-
toren intrinsiek veilig zijn.
4.4.4
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
Voor conformiteit met de EMC-richtlijn 61000-6-3
(Emissienormen voor huishoudelijke, handels- en
lichtindustriële omgevingen) kan het afhankelijk van
de toepassing nodig zijn om de volgende ontstorings-
maatregelen te treffen:
◾ ventilatortype 3245.500 – ontstoorspoel 2 mH, 2,5 A
toepassen
5
Elektrische installatie uitvoeren
5.1
Aansluiten voeding
◾ Voltooi de elektrische installatie aan de hand van de
elektrische schema's.
Opmerking:
Technische gegevens zie typeplaatje.
◾ Voer de aansluitkabel met adereindhulzen in de veer-
drukklemmen.
Kies de aderdoorsnede overeenkomstig de voorze-
kering (2 x 0,75 – 2,5 mm² samengeslagen, 2 x 1,5
– 2,5 mm² soepel gelast).
8
Let op!
Indien er geen adereindhulzen worden
toegepast, strip de afzonderlijke litzen
dan max. 9 mm (aanhouden van de
lucht- en kruipwegen).
Afb. 5:
Maximaal toelaatbare striplengte
◾ Bevestig de aansluitkabel op een geschikte plaats,
bijv. aan het kastframe.
Afb. 6:
Kabelfixering met kabelbinder aan het kastframe
(voorbeeld)
5.2
Spanningsaansluiting omdraaien
Indien de positie van de spanningsaansluiting niet
optimaal toegankelijk is, dan kan deze 90° worden
gedraaid en daar weer worden vergrendeld.
Montage-, installatie- en bedieningshandleiding Rittal Blue e+ EC-ventilator
Advertenties
Inhoudsopgave
