Montage en aansluiting
Aantal
NL
1
Tab. 1:
Levering
4
Montage en aansluiting
4.1
Keuze van de standplaats
Neem bij kiezen van de locatie van de behuizing de
volgende aanwijzingen in acht:
– De locatie en daarmee de plaatsing van de EC-venti-
lator dient zodanig te worden gekozen dat een goede
be- en ontluchting is gewaarborgd.
– De locatie dient vrij van sterke verontreiniging en
vocht te zijn.
– De EC-ventilator dient altijd aan vlakke verticale delen
(deur of wanden) te worden gemonteerd.
– De omgevingstemperatuur dient lager te zijn dan de
toelaatbare behuizingsbinnentemperatuur.
– De op het typeplaatje van de ventilator vermelde
netaansluitgegevens dienen te zijn gewaarborgd.
4.2
Aanwijzingen bij de montage
4.2.1
Algemeen
– Let op of de verpakking niet is beschadigd. Elke ver-
pakkingsschade kan de oorzaak zijn van een latere
storing.
– Om de uitwisseling van lucht te waarborgen, is het
noodzakelijk een EC-ventilator en ventilatierooster
aan een behuizing te monteren.
Opmerking:
Het ventilatierooster dient tenminste dezelf-
de afmetingen te hebben als de EC-ventila-
tor.
– De behuizing dient aan alle zijden te zijn afgedicht
(IP54). Bij ondichte behuizingen kan er, afhanke-
lijk van de luchtstromingsrichting van de ventilator,
ongefilterde en verontreinigde lucht in de behuizing
terechtkomen.
– Bij verticale plaatsing van de EC-ventilator moet een
minimale afstand worden aangehouden om te zorgen
dat het ventilatierooster probleemloos kan worden
– geopend.
– Gemeten van boorsjabloon tot boorsjabloon is dit
15 mm en gemeten tussen de betreffende montage-
uitsparingen is dit 46 mm.
4.2.2
Opbouw van de elektronische componen-
ten in de behuizing
◾ Let op de luchtstroom van de ventilatoren van de
elektronicacomponenten.
Bij de installatie dient erop te worden gelet dat de
luchtstromen van de ventilator en de elektronicacom-
ponenten elkaar niet beïnvloeden (luchtkortsluiting). Om
6
Benaming
Vouwfilter resp. EMC-filtermat
een onbelemmerde luchtcirculatie te waarborgen moet
tussen de ventilator en het component een minimum-
afstand worden aangehouden die overeenkomt met de
helft van de montage-uitsparing van de EC-ventilator.
4.3
EC-ventilator resp. ventilatierooster
monteren
De EC-ventilator resp. het ventilatierooster wordt aan
een vlak verticaal deel van de behuizing gemonteerd:
◾ Hiertoe dient u overeenkomstig het meegeleverde
boorsjabloon een uitsparing in de deur, zij- of achter-
wand aan te brengen.
De EC-ventilator wordt doorgaans in het onderste deel
van de behuizing gemonteerd en het ventilatierooster
het bovenste deel van de behuizing.
4.3.1
Uitsparing in de behuizing aanbrengen
◾ Plak de meegeleverde zelfklevende boorsjabloon op
de hiervoor bestemde plek op de deur, zij- of achter-
wand van de behuizing.
Op het boorsjabloon zijn maatlijnen aangebracht t.b.v.
de uitsparing en noodzakelijke boringen voor de mon-
tage en bevestiging van uw ventilator (alleen noodza-
kelijk bij een plaatdikte >2,5 mm). Zie ook afb. 17 en
afb. 18, pagina 17.
◾ Breng de uitsparingen inclusief de lijnbreedte volgens
de boorsjabloon aan.
Letselgevaar!
Verwijder zorgvuldig alle scherpe ran-
den van de uitsparingen om letsel te
voorkomen.
◾ Verwijder de scherpe randen van de uitsparingen.
4.3.2
EC-ventilator monteren
– De ventilator kan zonder gereedschap worden ge-
monteerd door deze eenvoudig in de voorgeconfecti-
oneerde montage-uitsparing vast te klikken.
– Let op een goed inhaken van de vergrendelingen om
zeker te zijn van een goede bevestiging.
– Vanaf een plaatdikte van >2 mm dienen de vergren-
delingen individueel te worden ingedrukt.
– Vanaf een plaatdikte van >2,5 mm is het extra
vastschroeven van de EC-ventilator vereist (aandraai-
moment zie hoofdstuk 11 "Uitsparings-/boorafmetin-
gen").
– Om de onderste gaten aan te brengen, dient het ven-
tilatierooster te worden verwijderd zoals aangegeven
in afb. 2. Maak hiervoor eerst de ene scharnierzijde
los en daarna de andere.
Montage-, installatie- en bedieningshandleiding Rittal Blue e+ EC-ventilator