Rijden op hoogte is slechts toegestaan op een vlakke ondergrond, vrij van
obstakels, kuilen, stoepranden en dergelijke.
Het is verboden stoepranden ed. op- en af te rijden bij het rijden op hoogte.
Het opstelvlak van de hoogwerker moet zo zijn uitgevoerd dat de stabiliteit niet kan
worden beïnvloed.
Verboden te gebruiken boven windkracht 6 (12,5 m/sec).
Bij onweer dienen de hoogwerkerwerkzaamheden te worden stilgelegd.
De bedienaar moet een leeftijd hebben van minimaal 18 jaar.
Verboden te werken aan of in de omgeving van onder spanning staande leidingen.
Met de hoogwerker mogen geen hijswerkzaamheden worden verricht. Slechts
handgereedschappen en/of benodigde materialen mogen worden vervoerd. Deze
mogen niet buiten de werkbak uitsteken.
Bij kans op aanrijdingen en/of kans op beschadiging van passerende personen of
voertuigen door vallend materieel, moeten er afzettingen worden geplaatst, bv. met
hekken of kegels. Zo nodig moet de rijbaan worden geblokkeerd.
De korf mag slechts via de daarvoor bedoelde toegang worden betreden of verlaten.
Het in- of uitstappen op hoogte is niet toegestaan.
De bedienaar dient er op te letten dat hij zichzelf of andere personen niet in gevaar
brengt.
In het hefbereik van de hoogwerker mogen zich geen hindernissen bevinden.
Het is verboden op leuning of korfrand te staan; het gebruik van ladders, steigers e.d.
in de korf om hoogte te winnen is verboden.
Het aanbrengen van uitstekende lasten is verboden; het, op welke wijze dan ook,
vergroten van het platform of windoppervlak van het platform is verboden.
Pas op voor knel- en klemgevaar in het bijzonder bij of onder de korf en bij de rups.
Voor het begin van onderhoudswerkzaamheden onder geheven delen van de
hoogwerker ervoor zorgen dat geen ongewenste bewegingen van deze delen kunnen
optreden.
Schokkende bewegingen en het stoten tegen hindernissen moet voorkomen worden,
omdat hiermee beschadigingen kunnen optreden.
"Bedienings- en onderhoudsvoorschriften", Custers Verda9, 309002, december 2015
9