3.2
Functie van de toetsen
START
Met deze toets kun je een trainingsprogramma starten.
Als je je in het hoofdmenu bevindt, kun je met deze toets zonder verdere invoer
onmiddellijk met de training starten (Quick Start).
Als je je in de pauzemodus bevindt, kun je met deze toets de training voortzetten.
STOP
Met deze toets kun je de training pauzeren of beëindigen en terug naar het
hoofdmenu keren.
SPEED
Met deze toetsen kun je de snelheid instellen. Je kunt de snelheid op drie
verschillende manieren instellen:
1.
Via de vijf sneltoetsen op de console (16/12/10/8/4). Als je bijvoorbeeld op 12
drukt, versnelt de loopband automatisch tot precies 12 km/u.
2.
Via de toetsen op de console (+ en -).
3.
Via de toetsen op de rechter handrail.
OPMERKING
L
De SPEED-toetsen (+ en -) en de knop op de rechter handrail dienen bovendien
om door het hoofdmenu te navigeren en om de algemene waarden in te
stellen.
INCLINE
Met deze toetsen kun je de hellingsgraad instellen. Je kunt de hellingsgraad op
twee verschillende manieren instellen:
1.
Via de vijf sneltoetsen op de console (15/11/7/3/0). Als je bijvoorbeeld op 11
drukt, wordt de hellingsgraad van de loopband tot precies 11 % verhoogd.
2.
Via de pijltoetsen op de console.
3.
Via de toetsen op de linker handrail.
OPMERKING
L
De INCLINE-toetsen (pijltoetsen) en de knop op de linker handrail dienen
bovendien om door het hoofdmenu te navigeren en om de algemene waarden
in te stellen.
COOL
Met deze toets start je de "cooldownfase" of afkoelfase". De snelheid en de
DOWN
hellingsgraad worden langzaam verminderd tot nul.
ENTER
Met deze toets bevestig je je invoer
PROGRAM
In het hoofdmenu ga je met deze toets naar de zone van de vooringestelde
programma's.
20
T9.5