AUTOMATISCHE AANHANGERKOPPELING MET
BINNENWERK TYPE IN2000/890, IN2000/885, IN2000/853
BESCHRIJVING:
Deze koppeling is een automatische aanhangerkoppeling met een in hoogte verstelbaar binnenwerk;
de afmetingen van de vangmuil ervan en het toepassingsgebied voldoen aan DIN 11028 en RREG
2009/144/EG, VO (EU) 2015/208 en verordening UN ECE R147, klasse c40.
Het ontwerp omvat het systeem met vergrendelingshendel; dat wil zeggen dat de koppelingsprocedure
gebeurt door het trekoog van de aanhanger in de vangmuil te brengen en de vergrendelingshendel
terug omlaag te duwen. In haar normale toestand bevindt de koppeling zich in de gesloten en
vergrendelde stand.
De automatische aanhangerkoppeling is zwenkbaar over 360°, waarvoor een koppel van 100 - 150 Nm
nodig is.
Er kan een afstandsbediening worden gebruikt; verwijs naar het aparte document BA_TASC_400039,
www.walterscheid.com/downloads/.
WERKBEREIK:
Voor gebruik op landbouw- of bosbouwvoertuigen, zelfrijdende werkmachines of aanhangers.
TYPEGOEDKEURING EN KARAKTERISTIEKE WAARDEN:
Verwijs voor versies, toelaatbare D-waarde en een statische verticale belasting op het koppelingspunt
naar het typeplaatje, het goedkeuringsdocument of het testrapport voor individuele typegoedkeuring.
TREKOGEN:
Allen voor koppeling aan trekogen volgens ISO 5692-1, ISO 8755 en ISO 5692-2.
Milieu:
Smeermiddelen kunnen in het milieu terechtkomen. Milieuverontreiniging: Smeermiddelen moeten in
geschikte houders worden verzameld, opgeslagen en correct worden afgevoerd.
1. INSTALLATIE VAN DE KOPPELING OP HET TREKHAAKFRAME:
(Zie Afbeelding 1)
OPMERKING:
Bij de installatie van de koppeling moeten de relevante verordeningen (bijv. Voorschriften
voor ongevallenpreventie voor voertuigen) en de richtlijnen inzake hulpstukken van de
fabrikanten van de voertuigen in acht worden genomen.
De bevestiging van de koppeling aan het voertuig moet gebeuren in overeenstemming
met de bepalingen van Verordening (EU) 2015/208, bijlage 34.
BA_TASC_400055_KU2000-890 EN_NL.docx
BELANGRIJK:
Om letsel te voorkomen, moet bij alle in dit hoofdstuk beschreven handelingen
voor demontage/montage gebruik worden gemaakt van beschermende
handschoenen, een veiligheidsbril en veiligheidsschoenen.
2