28
Hoofdstuk 5 De telefoonhoorn gebruiken
Indicatortoetsen programmeren
U kunt een nieuw nummer of een nieuwe functie instellen voor een programmeerbare lijn-
of functie-indicatortoets.
Extern kiezen programmeren
1
Druk op de toets Functie.
2
Voer *1 in met het cijferblok van de telefoon.
3
Druk op een indicatortoets.
4
Kies het externe nummer.
Selecteer OK om het nummer op te slaan.
5
Namen programmeren voor externe nummers voor direct
kiezen op de KEM
1
Druk op de toets Functie.
2
Voer *1 in met het cijferblok van de telefoon.
3
Druk op een indicatortoets.
4
Kies het externe nummer.
Kies OK om het nummer op te slaan.
5
6
Gebruik het cijferblok om de naam te typen die overeenkomt met het nummer dat
u hebt geprogrammeerd.
Druk op OK om de naam bij het nummer op te slaan.
7
De geprogrammeerde naam controleren voor een toets
voor direct kiezen
1
Druk op de toets Functie.
2
Voer *0 in met het cijferblok van de telefoon.
3
Druk op de geprogrammeerde geheugentoets waarvoor u de geprogrammeerde naam wilt zien.
NN40050-118
NN40050-118