1. Met de afstandsbediening
Belangrijk
• Plaats de afstandsbediening niet te dicht bij een warmtebron, in een vochtige omgeving
en houd hem uit de buurt van vuur.
• Laat de afstandsbediening niet vallen. Hierdoor kan de afstandsbediening defect raken.
• Zorg dat er geen obstakel tussen de afstandsbediening en de sensor op het product is.
• Verwijder de batterijen als de afstandsbediening gedurende langere tijd niet wordt
gebruikt.
1
2
3
4
5
[ON]/[OFF]
1
Het apparaat in- en uitschakelen.
[INPUT]
2
Selecteert een ingangsbron.
[EXIT]
3
Keert terug naar het vorige menu of sluit het On-
Screen-Display indien het On-Screen-Display-
menu is geactiveerd.
[, Volume-]/[, Volume+]
4
• Bladert door de instellingen en opties in het
On-Screen-Display-menu.
6
• Zet het volume lager/hoger.
[ENTER]
5
7
Bevestigt de keuze of bewaart de wijzigingen.
[INFO]
6
Toont de huidige ingangsbron en resolutie.
8
9
Ingangssignaaltoetsen
7
De nummertoetsen functioneren als toetsen voor
10
het ingangssignaal.
Opmerking:
[Computer In] is alleen beschikbaar als op het
beeldscherm een controller is aangesloten die
compatibel is met de norm OPS (Open
Pluggable Specification).
[MENU]
8
Opent of sluit het On-Screen-Display-menu.
[PIP]
9
Schakelt de PIP-functie in of uit.
[]/[, Mute]
10
• Bladert door de instellingen en opties in het
On-Screen-Display-menu indien het On-
Screen-Display-menu is geactiveerd.
• Schakelt de functie voor dempen in of uit.
Wordt gebruikt om de geluidsingang op het
apparaat tijdelijk uit te schakelen.
1. Met de afstandsbediening
3