Elektrische aansluiting
Aansluiten voedingsspanning en extra ingangen/uitgangen
1.
3.
1.
Druk de kabel door de kabelwartel. Verwijder de afdichting van de kabelwartel niet,
teneinde een goede afdichting te waarborgen.
2.
Strip de kabel en de aders. Plaats adereindhulzen in geval van soepele aders.
3.
Sluit de randaarde aan.
4.
Sluit de kabel aan conform de klembezetting.
Klembezetting signaalkabel: De instrumentspecifieke klembezetting is
gedocumenteerd op een sticker in het klemmendeksel.
Klembezetting voedingsspanning: sticker in klemmendeksel of → 19.
5.
Zet de kabelwartels stevig vast.
Hiermee is het aansluiten van de kabel voltooid.
6.
Sluit het klemmendeksel.
7.
Plaats de displaymodulehouder in het elektronicacompartiment.
8.
Schroef het deksel van het aansluitcompartiment vast.
9.
Maak de borgklem van het deksel van het aansluitcompartiment vast.
22
E S
C
–
+
E
5.
22 mm
24 mm
4.
Proline 300 PROFINET met Ethernet-APL
2.
10 (0.4)
mm (in)
E S
C
–
+
E
A0051128
A0033984
Endress+Hauser