Montage
!
GEVAAR
ESD-bescherming in
acht nemen! Zie de
aanwijzing op pagina 8
18
Kabeldoorvoer
Om de IP-bescherming te garanderen wordt het apparaat geleverd
met kabeldoorvoeren en blinde stoppen. Als u een relaisuitgang wilt
gebruiken, moet u een blinde stop verwijderen.
Ga daarvoor als volgt te werk:
Maak de trekontlasting van de kabeldoorvoer (wartelmoer) los.
Verwijder de blinde stop en voer de kabel in.
Breng de trekontlasting van de kabeldoorvoer weer tot stand.
Netspanning aansluiten
Inbouw van de klemmenruimtedeksel
Om veiligheidstechnische redenen moet de klemmenruimtedeksel na
het aansluiten van de voedingsspanning en de
installatiecomponenten altijd weer worden teruggeplaats, omdat in de
klemmenruimte kabels met gevaarlijke spanning worden
aangesloten. Hierdoor sluit u uit dat de klemmen onbedoeld worden
aangeraakt en dat leidingen met verschillende spanning met elkaar in
contact komen. Zo voorkomt u de kans op een levensgevaarlijke
elektrische schok.
Let erop dat de kabels bij het inbouwen van de
klemmenruimtedeksel niet beklemd raken!
Sluit het apparaat alleen op de netspanning aan die op het
typeplaatje vermeld staat. Informatie over de juiste voedingsspanning
vindt u op het typeplaatje.
Voor het aansluiten van de kabels gaat u als volgt te werk:
Draai de twee bevestigingsschroeven
paneel.
Neem de voedingsprintplaat uit de doos in het onderste deel van
de behuizing.
Steek de voedingsprintplaat in de sleuf op de basisprintplaat.
Breng de twee bevestigingsschroeven boven en onder op de
basisprintplaat aan.
Maak de bevestigingsschroef los van de klemmendeksel en haal
deze eruit.
Leid de kabel door de hiervoor bestemde kabeldoorvoer
Draai de wartel van de kabeldoorvoer aan en breng zo de
snoerbevestiging tot stand.
Sluit de voedingsspanning aan op de klemmen PE,N,L of bij 24V-
apparaten op de klemmen U,V.
Let erop dat de aders in de klemmen goed vastzitten.
Sluit de klemmenruimtedeksel.
los en open het bovenste
.