Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bedrading; Algemeen; Bedrading Van Modules; Bedrading Van Arrays - Panasonic HIT VBHN SJ25 Series Installatiehandleiding

Fotovoltaïsche module
Verberg thumbnails Zie ook voor HIT VBHN SJ25 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

BEDRADING

ALGEMEEN

Alle bedrading moet worden uitgevoerd
overeenkomstig de toepasselijke elektrische
voorschriften.
Alle bedrading moet worden uitgevoerd door
een gekwalificeerde, vergunde professional.
De bedrading moet worden beschermd om de
persoonlijke veiligheid te waarborgen en om
schade aan de bedrading te voorkomen.
U mag elke kabel pas aansluiten nadat u hebt
gecontroleerd of de polariteit ervan juist is.
Connectors tussen modules moeten worden
ingestoken totdat een klikgeluid hoorbaar is.
Let er bij het aansluiten van de connectoren op
dat er geen vreemd maeriaal zoals water of
zand in de connector binnendringt. Houd er
rekening mee dat, als de connector langere tijd
niet aangesloten blijft, de kans op vervuiling
met vreemd materiaal groot is.
Bij extreme belasting van de kabel kan deze
van de aansluitdoos of de connectoren los-
komen. Vermijd zware belasting van de kabel.
Zorg er bij het bevestigen van de kabel aan de
steun voor dat de minimale buigradius van de
kabel 30 mm of meer bedraagt.
Om het gevaar van een elektrische schok te
voorkomen, mag u niet aansluitingspunten
loskoppelen terwijl modules elektriciteit gene-
reren en mag u geen elektrische belasting
aansluiten.
Gebruik kabelbuizen op locaties waar de
bedrading
mogelijk
toegankelijk
kinderen of kleine dieren.
Deze modules zijn voorzien van in de fabriek
geïnstalleerde omloopdiodes. Als deze mod-
ules onjuist op elkaar worden aangesloten,
raken de omloopdiodes, kabels of aansluitdoos
mogelijk beschadigd.
Neem indien nodig contact op met uw
bevoegde Panasonic-vertegenwoordiger als u
vragen hebt met betrekking tot andere el-
ektrische aansluitingen.

BEDRADING VAN MODULES

Alle modules die in serie worden aangesloten,
moeten van hetzelfde modelnummer en/of type zijn.
Het aanbevolen aantal modules VBHNxxxSJ25
dat in serie op elkaar kan worden aangesloten,
is zestien (16) of minder. Als u zeventien (17)
modules en meer in serie aansluit, controleert
u lokale temperatuursomstandigheden om er
zeker van te zijn dat u voldoet aan beperkingen
op het gebied van maximale systeemspanning.
Het aanbevolen aantal modules VBHNxxxSJ46
dat in serie op elkaar kan worden aangesloten,
is dertien (13) of minder. Als u veertien (14)
modules en meer in serie aansluit, controleert
u lokale temperatuursomstandigheden om er
zeker van te zijn dat u voldoet aan beperkingen
op het gebied van maximale systeemspanning.
Het aanbevolen aantal modules VBHNxxxSJ47
dat in serie op elkaar kan worden aangesloten,
is twaalf (12) of minder. Als u dertien (13)
modules en meer in serie aansluit, controleert
u lokale temperatuursomstandigheden om er
zeker van te zijn dat u voldoet aan beperkingen
op het gebied van maximale systeemspanning.
Modules mag u alleen parallel aansluiten als u
aansluitapparaten
aangesloten op een geschikte ZEKERING voor
elke string in serie of elke module. Voor het
installeren van aansluitapparaten raadpleegt u
de installatiehandleiding van aansluitappa-
raten.
Modules
mag
stroombegrenzing parallel aansluiten.

BEDRADING VAN ARRAYS

De term "array" wordt gebruikt om de samen-
stelling van diverse modules op een onder-
steunende structuur met de bijbehorende
bedrading te beschrijven.
Bij het installeren van een PV-array moet het
systeemontwerp worden uitgevoerd conform
de elektrische specificaties van de modules,
zodat de juiste omvormers, zekeringen, onder-
brekers, laadcontrollers, accu's en andere
opslagapparaten worden gekozen. Een van de
temperatuurkarakteristieken
module is met name dat de spanningswaarde
stijgt aan de lagetemperatuurzijde. Houd
is
voor
rekening met de laagste temperatuur op de
plaats waar u het systeem installeert en zorg
ervoor dat de nominale spanning van de appa-
ratuur niet wordt overschreden.
De modules zijn voorzien van SMK-connectors
(P51-5H/R51-5) als aansluitruimte. Gebruik
deze
SMK-connectors
aansluitingen.
Gebruik koperdraad die zodanig is geïsoleerd
dat deze ook bestand is tegen de maximaal
mogelijke open-circuitspanning van het sys-
teem. Voor toepassingen waarbij draadbuizen
worden gebruikt, volgt u de toepasselijke
voorschriften voor buiteninstallatie van draden
in buizen. De minimale diameter van een
draadbuis is 4 mm
tuurklasse van de geleider is –40 ~90 .
Om onderdompeling van kabels en connectors
in water te voorkomen, moeten kabels ofwel
aan het moduleframe worden bevestigd via
gaten voor kabelbevestiging ofwel aan de
draagstructuur. Als de kabel niet wordt vast-
gezet, kan de module beschadigd raken als
gevolg van externe kracht op de kabel.
gebruikt
die
worden
u
alleen
met
maximale
van
de
PV-
voor
elektrische
2
. De toegekende tempera-
11
Een PV-kabel mag u niet steken tussen de
achterkant en de rail van de draagstructuur.
Wanneer sneeuw gewicht uitoefent op de
module, wordt er mogelijk belasting op de
kabel uitgeoefend.
Controleer of alle fittings juist zijn geïnstalleerd
om kabels te beschermen tegen schade en te
voorkomen dat er vocht binnendringt.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave