Station
Schakel het overbrengen van afbeeldingen
en bediening op afstand in door de camera
te verbinden met een door uw slimme
apparaat gecreëerd Wi-Fi-toegangs.
1. Schakel het Wi-Fi-toegangspunt van het
slimme apparaat in.
2. Selecteer
op de camera, en druk op
de knop
om de verbinding met het
slimme apparaat te bevestigen.
Wi-Fi modus
Station
Het apparaat wordt gezocht.
*SSID
Apparaat 1-SSID
Apparaat 2-SSID
Apparaat 3-SSID
Druk op de knop
selecteer:
• Scannen: Zoek weer naar draadloze
apparatuur in de omgeving.
•
:
Kies de naam van het apparaat
waarmee verbinding moet
worden gemaakt.
• Vorige:
Ga terug naar het selectiescherm
van de Wi-Fi-modus.
/
om
3. Druk op de pijlknop
om de naam van het slimme apparaat
waarmee verbinding moet worden
gemaakt te selecteren, en druk op de
knop
om te bevestigen. De camera
gaat naar de interface voor het invoeren
van het wachtwoord.
Wachtwoord invoeren
A
B
C
D
E
K
L
M
N
O
U
V
W
X
Y
4
5
6
7
Voer de netwerkbeveiligingssleutel in
De betekenis van de interface-iconen:
Icoon
Laatste letter verwijderen
Omschakelen van kleine letters
naar hoofdletters en omgekeerd
Cursor verplaatsen
Symbolen invoeren
#!?
Spaties invoeren
/
F
G
H
I
J
P
Q
R
S
T
A/a
1
2
3
Z
9
0
#!?
Opslaan
Annuleren
Beschrijving
41