GPS
Uw apparaat is uitgerust met een GPS-ontvanger (Global
Positioning System). Hier vindt u informatie over hoe u
locatieservices kunt inschakelen.
Voor een beter GPS-signaal kunt u uw apparaat beter niet
gebruiken in de volgende situaties:
tussen gebouwen, in tunnels of ondergrondse passages of in
●
gebouwen
in slechte weersomstandigheden
●
in de buurt van hoogspanningsmasten of elektromagnetische
●
velden
in een voertuig met beschermende folie tegen de zon
●
Raak het antennegedeelte niet aan en bedek dit niet met uw
handen of andere voorwerpen tijdens het gebruik van de
GPS-functies.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw
regio of serviceprovider.
›
Locatieservices inschakelen
U moet locatieservices inschakelen om locatiegegevens te
ontvangen en op de kaart te zoeken.
1
Open de lijst met applicaties en selecteer
Locatie en beveiliging.
2
Configureer de volgende instellingen om locatieservices te
activeren:
Optie
Draadloze
netwerken
gebruiken
GPS-satellieten
gebruiken
Functie
Instellen dat mobiele en/of WLAN-
netwerken worden gebruikt om uw
locatie te bepalen.
Instellen dat de GPS-satelliet wordt
gebruikt om uw locatie te bepalen.
Connectiviteit
107
Instellingen →