3. Keuze van de hydraulische standaardopstelling
Volgende details zijn geldig voor iedere gekozen
configuratie.
– De circulatiepomp C1 wordt door de uitgang A-N
gestuurd en functioneert permanent, behalve in
zomerbedrijf (uitschakeling 15 minuten na de
brander). In de zomer vindt een antiblokkering
van 60 s/24 u plaats.
– Tijdens een SWW-productie met voorrang, wordt
de circulatiepomp C1 gewoonlijk stilgelegd en de
boilerlaadpomp, aangesloten op de klemmen C-N,
ingeschakeld.
– De circulatiepomp C2 (aangesloten op klemmen
D-N) werkt permanent behalve in zomerbedrijf of
indien de mengkraan sinds 15 minuten gesloten
is. Bij een stilstand vindt een herinschakeling plaats
5 min/30 min.
– De uitgangen E en F (openen/sluiten) sturen de
motor van de mengkraan volgens een PID-gedrag
(proportionele band van 20 K) en volgens de
stookcurve die de aanvoertemperatuur in functie
3.1. Opstelling RP10, sturing van een brander en een circulatiepomp
V1
– De brander is gestuurd door het contact B-B
(of door de 0–10 V uitgang), zodat de ketel-
temperatuur omgekeerd proportioneel is aan de
buitentemperatuur overeenkomstig de instellingen
van de stookcurve.
8
Keuze van de hydraulische standaardopstelling
van de buitentemperatuur bepaalt.
– In zomerbedrijf vindt er een antiblokkering plaats
van de mengkraan 3 min/24 u en 60 s/24 u van
de circulatiepomp C2.
– De keteltemperatuur zal in ieder geval 10 °C hoger
zijn dan de aanvoertemperatuur na de mengkraan.
– Tijdens de SWW-productie wordt de keteltempe-
ratuur enkel begrensd door de ketel thermostaat.
– Een eventuele ruimtevoeler, aangesloten op de
klemmen Fb1-Fb-X, beïnvloedt de stookcurve van
de mengkraan of bij het ontbreken van deze de
ketel en laat de optimiserfunctie toe.
– Een ruimtethermostaat of een stuurcontact,
aangesloten op Fb-X (met klemmen Fb1-Fb
overbrugd), laat de afstandsbediening toe van de
comfort/verlaagde-bedrijven van de mengkring.
– Als er een 2de ruimtethermostaat gebruikt moet
worden om de directe kring te besturen, wordt
deze parallel op de sensor V1 aangesloten (zie
12.4, p. 34
ON DIP
N
230 V~/50 Hz
L
1
2 3 4
A
N
C
N
E
F
B
T1
L
L
B
T2
N
N
D
N
NL
.
Linkerzijde
sokkel
Fb1
Fb
X
A
AA
A
V1
V1
V1
V2
V2
BO
M
0
10V
10 V